INSTALLATIE
3
3.1 Algemene opmerkingen over de installatie
INFORMATIE!
Inspecteer de kartons zorgvuldig op schade of tekenen van ruwe behandeling. Meld schade aan
de expediteur en het plaatselijke kantoor van de fabrikant.
INFORMATIE!
Controleer de paklijst om na te gaan of u uw gehele bestelling volledig heeft ontvangen.
INFORMATIE!
Bekijk de typeplaat van het toestel om na te gaan of het geleverde toestel overeenstemt met uw
order. Controleer of de juiste voedingsspanning vermeld wordt op de typeplaat.
3.2 Opslag
• Bewaar de debietmeter op een droge, stofvrije plaats.
• Vermijd langdurige directe blootstelling aan zonlicht.
• Bewaar de debietmeter in de originele verpakking.
• De toegestane opslagtemperatuur loopt van -40 tot +80°C / -40 tot +176°F voor
standaardmeters.
3.3 Installatie-eisen
VOORZICHTIG!
Bij het installeren van de debietmeter in de leidingen moeten de volgende punten in acht worden
genomen:
De vlotterdebietmeter moet verticaal geïnstalleerd worden (meetprincipe). De doorstroming
•
moet van beneden naar boven gaan. Voor installatieadviezen, zie ook de VDI/VDE Richtlijn
3513 Blad 3.
Alvorens de meter aan te sluiten, de leiding naar de debietmeter uitblazen of spoelen.
•
Gasleidingen moeten drooggemaakt worden voordat de debietmeter geïnstalleerd wordt.
•
Gebruik aansluitingen die zijn aangepast aan de meterversie.
•
Lijn de leidingen axiaal uit met de aansluitingen op de debietmeter, om spanningen te
•
vermijden.
Indien nodig moeten de leidingen ondersteund worden om trillingen te voorkomen die op de
•
debietmeter overgebracht kunnen worden.
•
Leg signaalkabels niet vlakbij elektrische voedingskabels.
Als er verschillende instrumenten naast elkaar worden geïnstalleerd, is er een
•
minimumafstand tussen deze instrumenten nodig (zie de Technische gegevens).
14
www.krohne.com
DK32 - DK34 - DK37
10/2015 - 4000825402 - MA DK32-34-37 R05 nl