Bijlage B - Pompregeling vanaf een PLC
Toepassingsbeschrijving 1: debietmodus vs. drukmodus
In de meeste toepassingen is het aangewezen altijd
in debietmodus te werken en de tegendrukregelaar
de druk van de vloeistofleiding te laten regelen. Zo
behoudt de materiaalsnelheid steeds de doelwaarde
voor deeltjes in suspensie.
• Om te bepalen of de pomp al dan niet uitsluitend in
debietmodus mag draaien, verricht u een test met
het maximaal vereiste debiet en opent u alle robots
en spuitpistolen, enz. Controleer vervolgens de
uitvoerdruk van de pomp om na te gaan of de BPR
dit kan behouden. Zo ja, dan is de drukmodus
overbodig.
• Als de BPR de vloeistofdruk niet kan behouden
op piekmomenten qua materiaalverwerking, is het
Toepassingsbeschrijving 2: overgang tussen pompinstelpunten
Bij toepassingen waar de debiet- en drukinstellingen
regelmatig worden gewijzigd, zoals buiten de
productie, is het van belang de onderstaande zaken
in beschouwing te nemen:
• Wanneer de pomp in drukmodus staat, komt ze
volledig tot stilstand telkens als de tegendruk
in de leiding gelijk is aan of groter is dan het
drukinstelpunt van de pomp.
• Door viscositeitsveranderingen door de tijd
heen kan de tegendruk in de leiding toenemen.
Als het moment is aangebroken om van
debietmodus (buiten de productie) over te
schakelen op drukmodus, maakt de pomp hiertoe
geen aanstalten omdat er een nieuw, hoger
drukinstelpunt is vereist om de toegenomen
tegendruk te overwinnen.
• We raden u aan de actieve druk of kracht af te lezen
alvorens over te schakelen naar drukmodus en u
hierop te baseren voor het nieuwe drukinstelpunt.
Lees de druk af van register 404103 als de motor
zonder druksensor draait (d.w.z. kracht/% modus).
• Lees de druk af van register 404104 als de
motor wordt bediend via druksensor 1 of van
register 404105 voor druksensor 2. Voor
toepassingen met een pneumatische BPR, kan het
BPR-instelpunt van het profiel worden gebruikt om
het systeem te beheren aan de hand van de Graco
BPR-controllerset (24V001).
48
noodzakelijk om tijdens de productie de drukmodus
in te schakelen. In deze modus versnelt de pomp
om aan de vraag te voldoen en de doeldruk te
behouden. De pomp gaat tevens automatisch
vertragen om de druk te behouden wanneer de
vraag daalt.
Bij het gebruik van deze modus moet u
mogelijk schakelen tussen de drukmodus en de
debietmodus, namelijk de drukmodus tijdens de
productie en de debietmodus buiten de productie.
Raadpleeg de volgende toepassingsbeschrijving
voor overwegingen in dit scenario.
• In de debietmodus buiten productie kan het register
405107 (405X07 voor profiel X) worden ingesteld
op 0 (%) om de BPR volledig te openen. Zo kan
de gewenste debietsnelheid aan verminderde druk
stromen, waardoor het energieverbruik lager is.
Bijvoorbeeld:
Bij het gebruik van profiel 1 buiten productie wordt
de pomp in debietmodus ingesteld (register 405106
= 1) met een gewenste debietsnelheidsinstelling
van 30 liter/minuut (8 gallon/minuut) (register
405104 = 80). Voor de maximale drukinstelling van
het profiel werd de standaardinstelling behouden.
Alvorens over te schakelen op drukmodus, bewaart
u de huidige drukwaarde van register 404104 (De
motor bedient de door druksensor 1 verstrekte
feedback) en gebruikt u deze waarde als nieuwe
instelling voor de doeldruk in register 405101. Stel
vervolgens het register van de modus (405106) in
op 0 (drukmodus)
Opmerking: Door slechts profiel 1 te gebruiken (er
zijn er 4 beschikbaar), kunt u de pomp bedienen
met een kleiner aantal registers. Als men echter
meerdere profielen wenst te configureren, kan
bovenstaand scenario worden toegepast. Hierbij is
405X01 de doeldruk voor profiel X, is 405X04 het
doeldebiet voor profiel X, enzovoort voor de andere
profielvariabelen.
334294G