Inhoudsopgave
Advertenties
Installatieschermen
Instelscherm 2
Gebruik dit scherm om de maximale, doel- en
minimale vloeistofdruk in te stellen voor een
geselecteerde pomp en profiel. In de drukmodus
stelt u de doelvloeistofdruk in. In de debietmodus
stelt u een maximale vloeistofdruk in. In de druk-
of debietmodus kan naar wens een minimumdruk
ingesteld worden. Zie
te specificeren hoe het systeem zal reageren als de
pomp buiten de ingestelde grenzen begint te werken.
Toets Instelscherm 2
Het scherm openen.
Pompselectie: zie stap 1.
Profielselectie: zie stap 2.
Maximale vloeistofdruk: zie stap 3.
Doelvloeistofdruk: zie stap 4.
Minimale vloeistofdruk: zie stap 5.
Druk om de selecties te accepteren.
Deze displaytoets is standaard
uitgeschakeld en verschijnt alleen
wanneer het vakje 'Profile Lock'
(profielvergrendeling) is aangevinkt
op
Instelscherm 17, page
hierop om het zojuist bewerkte profiel te
activeren.
Het scherm verlaten.
20
Instelscherm 4, page 22
30. Druk
1. Voor systemen met meerdere pompen en een
display, selecteert u de gewenste pomp (1 tot 8)
met behulp van het vervolgkeuzemenu.
2. Selecteer het gewenste profiel (1 tot 4), met
behulp van het vervolgkeuzemenu.
om
3. In de debietmodus stelt u de gewenste
maximale vloeistofdruk van de pomp in, als een
percentage van de maximumdruk van uw pomp.
OPMERKING: de motor zal niet draaien als het
profiel geen maximale drukinstelling heeft. Dit
veld wordt niet gebruikt in de drukmodus.
4. In de drukmodus stelt u de gewenste
doelvloeistofdruk in als een percentage van de
maximumdruk van uw pomp. Dit veld wordt niet
gebruikt in de debietmodus.
OPMERKING: indien 'closed loop'-drukregeling
ingeschakeld is, wordt de doeldruk weergegeven
als een drukwaarde in plaats van als een
percentage van de maximumdruk. Zie
Instelschermen 8 en 9, page 26
loop'-drukregeling in te schakelen.
5. Indien gewenst stelt u een minimale vloeistofdruk
van de pomp in, als een percentage van de
maximale vloeistofdruk van uw pomp.
om 'closed
334294G
Advertenties
Inhoudsopgave
