Inhoudsopgave
Advertenties
1. Voor systemen met meerdere pompen en een
display, selecteert u de gewenste pomp (1 tot 8)
met behulp van het vervolgkeuzemenu.
Figure 20 Selecteer pompnummer
2. Selecteer het gewenste profiel (1 tot 4), met
behulp van het vervolgkeuzemenu.
Figure 21 Selecteer profielnummer
3. Selecteer de gewenste gebruiksmodus (druk of
debiet) aan de hand van het vervolgkeuzemenu.
• In de drukmodus past de motor de
pompsnelheid zo aan dat het percentage van
de vloeistofdruk wordt gehandhaafd op de
waarde die is ingesteld in Instelscherm 2.
Indien de debietlimiet wordt bereikt vóór de
doeldruk, dan zal de eenheid stoppen met
aandrijving tot de druk (indien ingesteld als
een alarm).
334294G
• In debietmodus behoudt de motor een
constante snelheid om het doeldebiet ingesteld
in Instelscherm 3 te behouden, ongeacht de
vloeistofdruk, tot de maximale werkdruk van
de pomp.
Figure 22 Selecteer modus (drukmodus
weergegeven)
4. Indien het systeem voorzien is van een
tegendrukregelaar (BPR), stelt u doelluchtdruk
naar de BPR in van 0 tot 100 procent (ongeveer
1 tot 100 psi). Laat het veld ingesteld op 000
voor een systeem zonder BPR.
Figure 23 Tegendrukregelaar instellen
Installatieschermen
19
Advertenties
Inhoudsopgave
