Bediening
Over het scherm navigeren/scherm bewerken
Raadpleeg dit hoofdstuk als u vragen hebt over het
navigeren over schermen of hoe u informatie kunt
invoeren en selecties kunt doen.
Alle schermen
1. Gebruik
om tussen de schermen te
bewegen.
2. Druk op
om een scherm te openen. Het
eerste gegevensveld op het scherm wordt nu
gemarkeerd.
3. Gebruik
voor het markeren van de
gegevens die u wilt veranderen.
4. Druk op
om te bewerken.
Vervolgkeuzemenu
1. Gebruik
om de gewenste keuze in het
vervolgkeuzemenu te markeren.
2. Druk op
om te selecteren.
3. Druk op
om te annuleren.
Cijferveld
1. Het eerste cijfer is gemarkeerd. Gebruik
om het getal te veranderen.
2. Druk op
om naar het volgende cijfer te gaan.
3. Wanneer alle cijfers correct zijn, drukt u opnieuw
op
ter bevestiging.
4. Druk op
om te annuleren.
Selectievakjes
Een selectievakje wordt gebruikt om functies in de
software in en uit te schakelen.
1. Druk op
om te schakelen tussen
leeg vakje.
2. De functie is ingeschakeld als er een
vakje staat.
10
Resetveld
Het resetveld wordt gebruikt voor totalisators. Druk
op
Wanneer alle gegevens correct zijn, drukt u op
om het scherm te verlaten. Gebruik vervolgens
om tussen de Instelschermen en de Bedrijfsschermen
te schakelen.
Eerste configuratie
OPMERKING: voordat u de pompprofielen in
Instelschermen 1 tot 4 aanmaakt, moet u de
systeemparameters in Instelschermen 5 tot 17 als
volgt configureren.
1. Druk op
2. Scrol naar Instelscherm 5.
3. Zie
4. Blijf de systeemparameters instellen
5. Scrol naar Instelscherm 1. Bepaal de profielen
en een
in het
om het veld op nul te zetten.
om naar een nieuw scherm te gaan, of
om naar de Instelschermen te gaan.
Instelscherm 1 verschijnt.
Instelscherm 5, page 24
onderpomp die wordt gebruikt in uw systeem.
op
Instelscherm 6, page 25
Instelscherm 17, page
voor elke pomp. Zie
Instelscherm 1, page 18
Instelscherm 4, page
22.
en selecteer de
via
30.
334294G
via