Inhoudsopgave
Advertenties
Overzicht
Een elektromotor (B) stuurt vermogen naar een
tandwieloverbrenging van 75:1 (GR), die twee
materiaalpompen (FP) aanstuurt. Zie A
De slagposities van de twee pompen zijn ongelijk zodat
er een constante stroom vanaf de pompeenheid komt.
Zie A
. 2.
FB
TDC
(achter kap)
FP
A
. 1. Elektrische E-Flo-circulatiepomp
FB
3A4333B
. 1.
FB
B
GR
PT
FP
ti27597a
Het optionele sensorcircuit heeft een TDC-sensor
(Top Dead Center, bovenste dode punt), die de software
helpt bij het meten van het motortoerental, en een
drukomvormer (PT) met printplaat, die de materiaaldruk
bij de pompuitlaat meet. De Graco VFD-software bootst
het effect van een nokkenas na en past continu het
motortoerental aan zodat de materiaalstroom continu is
en er minimale drukschommelingen zijn. De uitgaande as
van de tandwielkast en de drijfstangen ervaren het effect
van de denkbeeldige nokkenas door te versnellen als de
druk daalt (onderpomp staat op een slagwisseling) en te
vertragen als de druk stijgt (beide onderpompen
pompen).
De VFD kan worden geregeld met een plaatselijk
regelkastje dat in het gevaarlijke gebied is gemonteerd,
via een communicatieprotocol (zoals modbus) of direct
vanaf het toetsenbord.
In A
. 3 wordt de indeling van een typisch
FB
Noord-Amerikaans systeem aangegeven. De pomp (A)
kan worden geregeld door een plaatselijk regelkastje (C)
dat in het gevaarlijke gebied is gemonteerd, een
variabele frequentieregelaar (D) in het niet-gevaarlijke
gebied of op afstand via een computer (Y).
Zie handleiding 311592 voor installatie-informatie
voor de pomp en accessoires.
A
. 2. Opengewerkte tekening met de ongelijke
FB
slagposities
Overzicht
ti8321a
7
Advertenties
Inhoudsopgave
