Bediening
Bediening
Volg de drukontlastingsprocedure steeds
wanneer u dit symbool ziet.
Drukontlastingsprocedure
Het systeem blijft onder druk staan totdat deze
handmatig wordt ontlast. Volg altijd de drukontlastings-
procedure wanneer u ophoudt met de materiaalafgifte
en vóór reiniging, controle of onderhoud aan
de apparatuur. Zo voorkomt u ernstig letsel
door materiaal onder druk, spattend materiaal
of bewegende delen.
1. Zet de schakelaar START/STOP (ST) op STOP.
Zie A
. 5.
FB
2. Druk op de schakelaar SECURE DISABLE (SD).
3. Open de tegendrukregelaar (U) en alle aftapkranen
voor materiaal in het systeem en houd een afvalbak
bij de hand om het uitkomende materiaal op te
vangen. Laat het ventiel openstaan totdat u klaar
bent om het systeem weer onder druk te zetten.
4. Controleer of de drukmeters op de toevoer- en
retourleidingen voor materiaal nul aangeven.
Als de meters geen nul aangeven, bepaal de oorzaak
en ontlast de druk door een fitting ZEER LANGZAAM
los te draaien. Verwijder de verstopping voordat u
het systeem weer onder druk zet.
Vullen
1. Open de tegendrukregelaar en andere accumulators
in het systeem.
2. Start de pomp, zie Opstarten.
3. Zet de schakelaar START/STOP (ST) op STOP.
Zie A
. 5.
FB
4. Stel de tegendrukregelaar naar wens in. Het systeem
is klaar voor gebruik.
12
Opstarten
1. Sluit de afsluitschakelaar voor de netvoeding.
2. Gebruik de VFD om de motor op een lage
stroomsnelheid in te stellen (ongeveer 15 Hz).
Pas zo nodig aan. Zie VFD handleiding 311596
voor de specifieke instelprocedure voor de stroming.
Zie A
. 5.
FB
3. Druk op de schakelaar SECURE DISABLE (SD).
Zie A
. 5.
FB
4. Zet de schakelaar START/STOP (ST) op STOP.
Zie A
. 5.
FB
5. Trek de schakelaar SECURE DISABLE (SD) uit voor
uitschakelen. Zie A
FB
6. Stel het motortoerental op de VFD in voor de
gewenste stroomsnelheid. Zie A
Vermijd oververhitting van de motor door een
motortoerental van 60 Hz niet langer dan 3 minuten
te handhaven.
7. Zet de schakelaar START/STOP (ST) op START. Het
toerental neemt geleidelijk toe, niet ineens. Zie A
8. Stel BPR in voor de gewenste leidingdruk.
Uitschakelen
Volg de Drukontlastingsprocedure.
Spoel de pomp altijd voordat het materiaal op de
verdringerstang opdroogt. Zie Doorspoelen op
pagina 15.
. 5.
. 7.
FB
LET OP
. 5.
FB
3A4333B