6. Onderhoud
Om veilige en efficiënte werking van deze apparatuur te waarborgen, dient een compe-
tent persoon deze ieder jaar een servicebeurt te geven. In uitzonderlijk stoffige of ver-
ontreinigde ruimten dient dit wellicht vaker te gebeuren. De fabrikant biedt onderhouds-
diensten aan. Details op verzoek verkrijgbaar.
rens met het werk te beginnen.
6.1 Benodigd gereedschap
Gebruik het volgende gereedschap om de in
deze handleiding beschreven werkzaamheden
uit te voeren.
Kruiskop-
schroevendraaier
13 mm sleutel
6.2 Brander
U krijgt toegang tot de belangrijkste componen-
ten van de brander door de twee borgschroeven
van het deksel rechtsboven op het luchtgordijn
te verwijderen en het deksel omlaag te klappen,
zoals aangegeven in Fig. 4 en 5 van hoofdstuk
8. In hoofdstuk 8 vindt u tevens uitleg over het
verwijderen van de belangrijkste componenten.
6.2.1 Verdeelleiding/injectors
Verwijder de verdeelleiding en de injectors zoals
beschreven in hoofdstuk 8. Inspecteer de ver-
deelleiding en injectors op vuil en reinig ze zo
nodig door er in tegengestelde richting van de
stroming perslucht doorheen te blazen. Indien
nodig kunt u individuele injectors vervangen.
6.2.2 Branders
Voor toegang tot de branders moet u eerst de
bevestigingsplaat met de ontstekingscontroller
en de drukschakelaar verwijderen (zie hoofdstuk
8). Draai daarna de vier bevestigingsschroeven
los en verwijder de toegangsplaat. U kunt de
branders nu inspecteren en reinigen met een
zachte borstel of door er in tegengestelde rich-
ting van de stroming perslucht doorheen te bla-
zen. Indien nodig kunt u individuele branders
vervangen door de twee borgschroeven los te
draaien.
6.2.3 Vonkelektrode
Verwijder de vonkelektrode zoals beschreven in
hoofdstuk 8 en inspecteer deze. Als hij in goede
staat verkeert, controleert u dat de elektrode-
spleet 3,5 mm ± 0,5 mm groot is. Stel de spleet
zo nodig af door de aardingsdraad voorzicht te
verbuigen en meet hem opnieuw.
Kleine schroeven-
draaier met platte kop
10 mm sleutel
Sluit de elektrische voeding volledig af alvo-
U kunt echter ook geschikt ander ge-
reedschap gebruiken.
Inbussleutels
Verstelbare
sleutel
Verstelbare
pijpsleutel
6.2.4 Vlamsonde
Verwijder de vlamsonde zoals beschreven in
hoofdstuk 8 en inspecteer hem op tekenen van
schade. U kunt de sonde zo nodig met fijn
schuurpapier reinigen.
6.3 Afzuigventilator
NB: Als u de afzuigventilator wilt verwijderen,
moet u eerst het eerste deel van de rook-
gasafvoer verwijderen door deze van de
adapter voor rookgasafvoer-naar-ventilator af te
halen (zie hoofdstuk 8 Fig.20).
Koppel de afzuigventilator los en verwijder hem
zoals beschreven in hoofdstuk 8. Verwijder stof
en aanslag met een zachte borstel en besteed
daarbij extra aandacht aan de waaier. Verwijder
ook stof en aanslag van de vingerbescherming
over de secundaire (koel)waaier en de rooster-
opening in het motordeksel. Controleer dat de
waaier vrij kan draaien en dat er geen speling
bestaat in de ventilatorlagers.
6.4 Stralingsbuizen
6.4.1 Extern
Verwijder de tien schroeven die het inlaatrooster
vastzetten zoals beschreven in Fig.0 op de vol-
gende bladzijde en borstel stof van de stralings-
buizen.
6.4.2 Intern
Voor toegang tot deze buizen moet u de vijf
schroeven van het inspectiedeksel verwijderen
(zie Fig.1 aan de ommezijde).
12
Manometer
Zachte
borstel