REMKO serie GPS
Bedrijfscyclus
De apparaten van de serie GPS zijn volautomatische
hete-luchtverwarmers, die zijn uitgerust met een
elektronische voorziening met zelfcontrole. Zo wordt
een hoge betrouwbaarheid en veiligheid gegarandeerd.
Branderbedrijf
De brander wordt ontstoken als er aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
Het apparaat wordt voorzien van stroom en is niet
■
uitgeschakeld door een storing (vergrendeling)
De kraan van de gasvoorziening is geopend
■
De omschakelaar op het bedieningspaneel staat
■
in de positie "I-Winter"
Het thermostaatcontact is gesloten
■
Het contact tussen klem 34 en 35
■
op de GPS-printplaat is gesloten
Onder deze voorwaarden start de branderventilator
direct. Na afloop van de voorspoeling wordt de vlam met
een ontstekingsvermogen van 30% van het hoogste
vermogen ontstoken. Na afloop van de stabiliseringstijd
gaat de brander naar het hoogste vermogen.
Als de vlam niet ontstoken kan worden, worden er
nog 4 ontstekingspogingen uitgevoerd. Bij de vijfde
mislukte ontstekingspoging activeert de GPS-printplaat
de storingsuitschakeling. Als de brander ontsteekt, start
de koelventilator na een opwarmingsduur van 30 seconden
en transporteert de warme lucht naar de ruimte.
8
Voor de uitschakeling van de hete-luchtverwarmer
moet de schakelaar op het bedieningspaneel op "0"
worden gezet. Het is verboden om het apparaat via
het ontkoppelen van de netaansluiting uit te schakelen.
Deze werkwijze dient alleen in noodgevallen te worden
gebruikt. Bij een correcte uitschakeling van
de hete-luchtverwarmer blijft de branderventilator
nog 90 seconden in bedrijf, om de verbrandingskamer
vrij te maken van rookgassen. De koelventilator loopt
na de uitschakeling nog 120 seconden door om het
"nakoelen" van de warmtewisselaar te garanderen. Als
de nakoeling niet volledig wordt doorlopen, veroorzaakt
dit een kortere levensduur van de warmtewisselaar
en daarmee het vervallen van de garantie. Bovendien
kan er een veiligheidsthermostaat worden geactiveerd,
waardoor een handmatige terugzetting noodzakelijk is.
Als er nog tijdens de nakoelfase een nieuwe
verwarmingsbehoefte ontstaat, wacht het apparaat
de uitschakeling van de koelventilator af, voert een
terugzetting uit en begint daarna met een nieuwe
verwarmingscyclus.
Rendement
De voordelen van de apparaten bestaan uit de 2-traps
werkwijze, d.w.z. het bereikt verwarmingsvermogen
en daarmee het gasverbruik (verbruik van brandstof)
wijzigen overeenkomstig het vewarmingsniveau
Bij een verminderde verwarmingsbehoefte van de ruimte
verbruikt de luchtverwarmer minder brandstof, waarbij
het rendement verhoogd wordt tot 94%.
Eigen veiligheid:
De verhoging van het rendement bij het minimale vermogen
wordt door het gebruik van een moderne
lucht/gas-mengtechniek en de gelijktijdige
verbruiksregulering van de verbrandingslucht en gas bereikt.
Deze technologie verhoogt de veiligheid van het
apparaat, omdat de gasklep de brandstof, afhankelijk
van de hoeveelheid lucht, overeenkomstig zijn
fabrieksinstelling toevoert.
Anders dan bij een atmosferische brander blijft het
CO
-gehalte in het gehele regelbereik van de apparaten gelijk
2
en staat bij een verlaging van het verwarmingsvermogen een
verhoging van het rendement toe.
Bij onvoldoende verbrandingslucht geeft de klep geen
gas af.
Bij een vermindering van de verbrandingslucht vermindert
de gasklep automatisch de hoeveelheid gas en houdt
de verbrandingsparameter op optimaal niveau.