9
9.4.5.7
BA.DEU.16-30046-07-21-FTA-jr
Onderhoud
Telescooparm
Inspectie zie "hoogwerker kompleet". Verdere controle punten:
Geen geluidsvorming in de telescoop.
Gangbaarheid
omkeerrollen en bekabelingsdoorvoer.
Vervuiling, beschadiging en slijtage van telescoopgeleiding,
glijvlakken, intrekkettingen en uittrekkabels, omkeerrollen,
kabelgeleidingen enz.
Voorspanning van de uittrekkettingen en intrekkabels. Beide,
telkens tot het systeem (intrek „E" resp. uittrek „A")
behorende kettingen resp. kabels moeten bij benadering de
gelijke kracht opnemen. (E
E
/ A
= A
3.2
1.1
Slijtagelengte van de intrekkettingen. Uitrekking van de
kabels. Doorsnedevermindering van de uitrekkabels is een
teken van uitrekking. In doorsnede verminderde kabels, al is
het maar een klein stukje, moet vervangen worden.
Intrekkettingen op oppervlakteroest, schakelroest, stijfheid
van de schakels, verdraaide - , losse resp. gebroken
kettingpennen,
kettingen beschadigd zijn, moeten de kettingen vervangen
worden.
Uittrekkabels op oppervlakteroest, gebroken draden in
kabeltrossen en juiste plaats in de geperste staalfitting
controleren. Vertonen de kabels uitwendige slijtage, moet
men rekening houden met snellere slijtage van de kabels. Bij
beschadigingen aan de kabels moeten de kabels vervangen
worden.
Bevestigingen van de uittrekkettingen en intrekkabels
controleren.
De in de telescoop liggende uittrekkettingen moeten met bijv. een
endoscoop gecontroleerd worden. De inspectie met een endoscoop
is
mogelijk
zonder
uittrekkettingen en kabelrollen kunnen door inspectieluiken („I") aan
de telescoopkop (links en rechts) gecontroleerd worden. Aanvullend
kan men bij het controleren van de kabels ook de bezems aan de
telescoopkop demonteren.
Ruthmann-hoogwerker
van
de
intrekkettingen,
= E
1.1
en A
= A
en A
1.2
2.1
2.2
3.1
gebroken
lassen
het
demonteren
TB 270.3
uittrekkabels,
en E
= E
en E
1.2
2.1
2.2
= A
3.2)
controleren.
Als
van
onderdelen..
=
3.1
de
De
9-39