25. VOLT-modus
VOLT-modus.
De spanning van een extern apparaat stuurt de pomp aan. De pomp doseert proportioneel
met een minimum en maximum aantal slagen per minuut die is ingesteld tijdens het
programmeren.
Welke parameters moet u instellen?
HIV (maximumspanning)
LOV (minimumspanning)
SPM (slagen per minuut)
Om in deze modus te kunnen werken is het noodzakelijk om de waarden "HIV" (maximale werkspanning), "LOV" (minimale werkspanning) en
"SPM" (slagen per minuut) op te geven die de pomp tussen de parameters produceert.
Om deze waarden in te stellen, gaat u naar de "VOLT"-modus. De cursor knippert op het eerste cijfer (veld "HIV"). Voer de maximale
spanningswaarde in die aan de pomp zal worden geleverd (toets "OMHOOG"). Druk op "RECHTS" om naar het volgende cijfer te gaan.
De cursor knippert in het veld SPM. Voer slagen per minuut in die de pomp bij de "HIV"-waarde zal produceren ("OMHOOG"-toets). Druk op
"RECHTS" om naar het volgende cijfer te gaan.
Druk op "E" om naar "LOV" te gaan.
De cursor knippert op het eerste cijfer (veld "LOV"). Voer de minimale spanningswaarde in die aan de pomp zal worden geleverd (toets
"OMHOOG"). Druk op "RECHTS" om naar het volgende cijfer te gaan.
De cursor knippert in het veld SPM. Voer slagen per minuut in die de pomp bij de "LOV"-waarde zal produceren ("OMHOOG"-toets). Druk op
"RECHTS" om naar het volgende cijfer te gaan.
Druk op "E" om gegevens op te slaan en op "ESC" om naar het hoofdmenu te gaan. Druk, als u dat niet wilt, op "ESC" om de gegevens te
wissen en naar het hoofdmenu te gaan.
Let op: als er verkeerde gegevens zijn ingesteld (bijvoorbeeld als dezelfde waarden zijn ingesteld voor HIV en LOV), verschijnt er een
foutmelding (VERKEERDE INVOER).
41
Toets
Toets
Toets