24. BATCH-modus
BATCH-modus.
Signaal van een extern contact start de pomp om de benodigde hoeveelheid te doseren,
ingesteld tijdens het programmeren of voor het ingestelde aantal slagen.
Wanneer kunt u deze modus gebruiken?
Met deze functie kunnen doseeractiviteiten worden gestart wanneer de pomp een extern
signaal ontvangt of in "WORK-PAUSE"-modus doseert.
Welke parameters moet u instellen?
MODE (EXTERNAL - MANUAL - INTERNAL)
ST (slagen)
CC (de te doseren hoeveelheid van het product, alleen indien geprogrammeerd om een
vaste hoeveelheid chemicaliën te doseren) CC/STROKE (zie "CC/ST instellen")
CONTACT (OPEN of CLOSED)
Toets
Kies de bedrijfsmodus:
EXTERN: Pomp doseert gedurende een bepaalde tijd nadat een extern signaal wordt ontvangen. Extern contact kan worden ingesteld als OPEN
(normaal open) of CLOSED (normaal gesloten). Druk op "E" in de hoofdmodus, kies voor doseren in ST of CC met de toets "OMHOOG". Stel
de dosis in en druk op "E" om door te gaan. Definieer het contacttype met de toets "OMHOOG" . Druk op "E" om de procedure te beëindigen.
HANDMATIG Pomp doseert aan het einde van de procedure. Druk op "E" in de hoofdmodus, kies voor doseren in ST of CC met de toets
"OMHOOG" . Stel de te doseren hoeveelheid in. Druk op "E" om door te gaan, controleer de status van het contact en druk op "E". De pomp
begint onmiddellijk te doseren en toont de resterende hoeveelheid.
INTERNAL: Dit is een "WORK-PAUSE"-modus. De dosering wordt gestart voor de ingestelde CC- of ST-hoeveelheid en stopt gedurende de
ingestelde tijd. Druk op "E" in de hoofdmodus, kies voor doseren in ST of CC met de toets "OMHOOG". Stel de dosis in en druk op "E" om
door te gaan. Definieer het contacttype (OPEN of CLOSED) met de toets "OMHOOG". Druk op "E" om de procedure te beëindigen.
OPMERKING: De pomp moet worden gekalibreerd ("TEST"-functie) om goed in deze modus te kunnen werken. Het is niet mogelijk om
de pomp voor beide modi te programmeren. Laatste invoer overschrijft de vorige.
40
Toets
Toets
Toets
Toets
Toets
Toets