7. Elektrische installatie
Alle elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door BEVOEGD EN GEKWALIFICEERD personeel.
Zet de volgende stappen voordat u verder gaat:
- controleer of de waarden op het label van de pomp overeenkomen met de
netspanning.
- sluit pomp aan op een installatie met een aardlekschakelaar (gevoeligheid 0,03 A)
als er geen goede aarde is.
- Schakel het product niet parallel met een zware inductiebelasting (zoals die van een
motor). Gebruik een relaisschakelaar. Zie onderstaande afbeelding.
Als u de spanning uitschakelt met een apparaatstekker of stopcontact, moet deze goed herkenbaar zijn en gemakkelijk bereikbaar zijn voor de
Voor draagbare apparatuur met één-fase netspanning wordt een stekker aan een snoer van niet meer dan 3 m als gemakkelijk bereikbaar
a) moet er een schakelaar of automaat in de elektrische installatie van het gebouw worden opgenomen.
b) deze moet zich in de nabijheid van de apparatuur bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn voor de operator .
c) de schakelaar of automaat moet worden gemarkeerd als de spanningsscheider voor de apparatuur
14
P - Doseerpomp
I - Schakelaar of veiligheidstoestel
E - Elektromagnetische klep of inductiebelasting
A - Hoofdvoeding
WAARSCHUWING
ALS APPARATUUR WORDT GELEVERD MET EEN STEKKER:
beschouwd.
WAARSCHUWING
ALS DE APPARATUUR NIET IS VOORZIEN VAN EEN STEKKER:
R - Relais
gebruiker.