2
Installatie
2.1
Montage
WAARSCHUWING!
Elektrische schok!
Bij geopende behuizing liggen spanningvoerende onder-
delen bloot!
Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent,
het toestel op alle polen los van het net!
Aanwijzing
Sterke elektromagnetische velden kunnen de werking van het toestel na-
delig beïnvloeden.
Î Let erop dat het toestel niet aan sterke elektromagnetische stralings-
bronnen wordt blootgesteld.
Monteer het toestel uitsluitend in droge binnenruimten.
Als het toestel niet uitgerust is met een netaansluitkabel en een stekker, moet het
toestel via een extra voorziening met een scheidingsafstand van minimaal 3 mm op
alle polen of met een ontkoppelvoorziening (zekering) conform de geldende instal-
latievoorschriften van het net gescheiden kunnen worden.
Let er bij de installatie van de voedingskabel en de sensorkabels op dat deze ge-
scheiden van elkaar worden geïnstalleerd.
Voer de volgende stappen uit om het toestel aan de muur te monteren:
1.
Draai de kruisschroeven uit de afdekplaat en trek de afdekplaat omhoog van
de behuizing af.
2.
Markeer het ophangpunt op de ondergrond en monteer de meegeleverde plug
met de bijbehorende schroef.
3.
Hang de behuizing aan het ophangpunt en markeer het onderste bevestigings-
punt op de ondergrond (gatafstand 130 mm).
4.
Plaats de onderste plug.
5.
Hang de behuizing boven in en fixeer deze met de onderste bevestigingsschroef.
6.
Voer de elektrische aansluitingen uit conform de klemmenlay-out (zie pagina 7).
7.
Plaats de afdekplaat op de behuizing.
8.
Sluit de behuizing met de bevestigingsschroef.
6
Display
Afdekplaat
Kabeldoorvoeren met
trekontlastingsbeugels
Drukknop
Zekering T2A