Pagina 1
Solar Unit 200 Zonneregelaar Handboek voor de vakman Installatie Bediening Functies en opties Fouten opsporen Hartelijk dank voor de aankoop van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door om optimaal gebruik te kunnen maken van dit apparaat. Handboek Bewaar deze handleiding zorgvuldig.
Pagina 2
Veiligheidsrichtlijnen Gegevens van het apparaat Neem deze veiligheidsrichtlijnen precies in acht om gevaren en schade voor men- Juist gebruik sen en waardevolle voorwerpen uit te sluiten. De zonne-energieregelaar is bestemd voor de elektronische besturing en regeling Gevaar door elektrische schok: van thermische standaard-zonne-energiesystemen met inachtneming van de in deze •...
Afvalverwijdering • Verpakkingsmateriaal van het apparaat dient milieuvriendelijk te worden wegge- gooid. • Aan het einde van zijn nuttig leven mag het product niet samen met het gewone huishoudelijke afval worden verwerkt. Oude apparaten dienen door een geauto- riseerd afvalverwijderingsbedrijf milieuvriendelijk te worden afgevoerd. Desge- wenst nemen wij uw bij ons gekochte oude apparaten terug en garanderen een milieuvriendelijke afvalverwijdering.
Zonneregelaar Solar Unit 200 De Solar Unit 200 is speciaal ontwikkeld voor de toerentalgeregelde aansturing van hoogefficiëntiepompen in standaard zonne-energie- en verwarmingsinstallaties. Hij beschikt over twee PWM-uitgangen en daarnaast over een ingang voor een Grundfos Direct Sensor VFD, waarmee een precieze warmteverbruiksmeting mogelijk is.
Installatie Montage Display WAARSCHUWING! Elektrische schok! Bij geopende behuizing liggen spanningvoerende onder- delen bloot! Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent, Afdekplaat Drukknop het toestel op alle polen los van het net! Aanwijzing Sterke elektromagnetische velden kunnen de werking van het toestel na- delig beïnvloeden.
Elektrische aansluiting Zekering WAARSCHUWING! Elektrische schok! 100 – 240 V~ Bij geopende behuizing liggen spanningvoerende onder- 50 – 60 Hz delen bloot! IP 20 PWM 1/2 Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent, Seriennummer 1 (1) A 240 V~ het toestel op alle polen los van het net! 1 (1) A 240 V~ Temp.
Grundfos Direct Sensor™ VFD Datacommunicatie / bus De regelaar is uitgerust met 1 digitale ingang voor een Grundfos Direct Sensor™ De regelaar beschikt over de VBus voor datacommunicatie en zorgt deels ook ® (VFD) voor meting van het debiet en de temperatuur. Aansluiting gebeurt op klem voor de energievoorziening van externe modules.
Systeemoverzicht Standaardzonnesysteem (pagina 10) Zonnesysteem met warmtewisseling Zonnesysteem met naverwarming Zonnesysteem met gelaagde buffering (pagina 13) (pagina 24) (pagina 19) Zonnesysteem met 2 boilers met Zonnesysteem met 2 boilers met Zonnesysteem met 2 collectoren en 1 Zonnesysteem met naverwarming door pomplogica (pagina 30) vaste-brandstofketel (pagina 36) kleplogica (pagina 27)
Systemen Installatie 1: Standaardzonnesysteem De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Sensoren S3 en S4 kunnen optioneel worden aangesloten. S3 kan optioneel ook lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- worden gebruikt als referentiesensor voor de optie boiler beveiligingsstop (OSNO).
Pagina 11
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector Temperatuur boiler Temperatuur sensor 3 TSPO Temperatuur boiler boven Temperatuur sensor 4 Temperatuur voorloopsensor S1 / S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4 / VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™...
Pagina 12
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina DTKE Inschakeltemperatuurverschil koeling 20,0 K [40.0 °Ra] DTKA Uitschakeltemperatuurverschil koeling 15,0 K [30.0 °Ra] OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F]...
Pagina 13
Installatie 2: Zonnesysteem met warmtewisseling De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Er wordt een warmte-uitwisseling tussen boiler 1 en boiler 2 uitgevoerd door relais lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- 2 als het temperatuurverschil tussen de sensoren S3 en S4 groter is dan of gelijk is temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de aan het ingestelde inschakeltemperatuurverschil (DT3E), tot de ingestelde minimale...
Pagina 14
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSP1 Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TSP2 Temperatuur boiler 2 onder Temperatuur voorloopsensor Temperatuur retoursensor Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ n1 % Toerental R1 n2 %...
Pagina 15
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd 19:00 RKLA ORK looptijd 30 s RKSZ...
Systeemspecifieke functies Toerentalregeling U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 2. ∆T -regeling voor de warmte-uitwisseling tussen 2 boilers DT3S Nominaal temperatuurverschil Instelbereik: 1,5 … 30,0 K [3,0 … 60,0 °Ra] DT3E Fabrieksinstelling: 10,0 K [20,0 °Ra] Inschakeltemperatuurverschil Aanwijzing Instelbereik: 1,0 …...
Pagina 17
PUM2 n2MN Pompaansturing R2 Minimumtoerental R2 Keuze: OnOF, PULS, PSOL, PHEI Instelbereik: (10) 30 … 100 % Fabrieksinstelling: OnOF Fabrieksinstelling: 30 % Met deze parameter kan het soort pompaansturing worden ingesteld. Er kan tussen Met het instelkanaal n2MN kan aan uitgang R2 een relatief minimumtoerental wor- de volgende soorten worden gekozen: den toegewezen.
Pagina 18
Maximumtemperatuurbegrenzing warmtewisseling Minimumtemperatuurbegrenzing warmtewisseling MX3E / MX3A MN3E / MN3A Maximumtemperatuurlimiet Minimumtemperatuurbegrenzing Instelbereik: 0,0 … 95,0 °C [30,0 … 200,0 °F] Instelbereik: 0,0 … 90,0 °C [30,0 … 190,0 °F] Fabrieksinstelling: Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 2): MX3E: 60,0 °C [140,0 °F] MN3E: 5,0 °C [40,0 °F] MX3A: 58,0 °C [136,0 °F] MN3A: 10,0 °C [50,0 °F]...
Pagina 19
Installatie 3: Zonnesysteem met naverwarming De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Sensor S3 kan optioneel ook worden gebruikt als referentiesensor voor de thermi- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- sche desinfectiefunctie (OTD) of de optie boiler beveiligingsstop(OSNO).
Pagina 20
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TDES Desinfectietemperatuur (thermische desinfectie) Temperatuur sensor 4 Temperatuur voorloopsensor S1 / S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4 / VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™...
Pagina 21
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd 19:00 RKLA ORK looptijd 30 s RKSZ ORK stilstandtijd 30 min Grundfos Direct Sensor™ OWMZ Optie warmteverbruiksmeting Toewijzing VFD...
Systeemspecifieke functies U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 3. De beschreven kanalen zijn in geen enkele andere installatie beschikbaar. Thermostaatfunctie Naverwarming Gebruik van overtollige warmte t1 E, t2 E, t3 E Thermostaatinschakeltijd De thermostaatfunctie werkt onafhankelijk van de zonneaansturing en kan voor Instelbereik: 00:00 …...
Thermische desinfectie van het bovenste gedeelte van het tapwater Deze functie dient om de vorming van legionella in drinkwaterreservoirs door ge- richte activering van de naverwarming te beperken. Voor de thermische desinfectie wordt de temperatuur met de referentiesensor bewaakt. Tijdens de controleperiode moet gedurende de desinfectieduur ononder- broken de desinfectietemperatuur zijn overschreden, zodat aan de desinfectievoor- waarden wordt voldaan.
Pagina 24
Installatie 4: Zonnesysteem met gelaagde boiler De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- tuur (S1MX/S2MX) is bereikt. De voorrangslogica laadt, wanneer mogelijk, eerst sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende de bovenste opslagzone.
Pagina 25
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven Temperatuur sensor 4 Temperatuur voorloopsensor S1 / S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4 / VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ Toerental relais Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R2...
Pagina 26
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] PRIO Voorrang Laadpauze (boiler pendellogica) 2 min tUMW Circulatietijd (boiler pendellogica)
Pagina 27
Installatie 5: Zonnesysteem met 2 boilers met kleplogica (S1MX/S2MX) is bereikt. De voorrangslogica laadt, wanneer mogelijk, eerst boiler De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende 1.
Pagina 28
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector TSP1 Temperatuur boiler 1 onder TSP2 Temperatuur boiler 2 onder Temperatuur sensor 4 Temperatuur voorloopsensor S1 / S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4/VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ Toerental relais R1 Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R2 Hoeveelheid warmte KWh...
Pagina 29
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] PRIO Voorrang Laadpauze (boiler pendellogica) 2 min tUMW Circulatietijd (boiler pendellogica) 15 min...
Pagina 30
Installatie 6: Zonnesysteem met 2 boilers met pomplogica De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boiler- wanneer mogelijk, eerst de in PRIO geselecteerde voorrangsboiler. Bij instelling sensoren S2 en S3. Wanneer het verschil groter is dan of gelijk is aan de betreffende PRIO = 0 worden beide boilers met dezelfde prioriteit opgewarmd.
Pagina 31
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector TSP1 Temperatuur boiler 1 onder TSP2 Temperatuur boiler 2 onder Temperatuur sensor 4 TSPO Temperatuur boiler boven Temperatuur voorloopsensor S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4 / VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ n1 % Toerental R1 n2 %...
Pagina 32
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina Optie collectorkoeling Maximumtemperatuur collector 110 °C [230 °F] OSYK Optie systeemkoeling DTKE Inschakeltemperatuurverschil koeling 20.0 K [40.0 °Ra] DTKA Uitschakeltemperatuurverschil koeling 15.0 K [30.0 °Ra] OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector...
Pagina 33
Installatie 7: Zonnesysteem met 2 collectoren en 1 boiler Sensor S4 kan optioneel als referentiesensor voor de optie boiler beveiligingsstop De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensoren S1 en S3 (OSNO) worden gebruikt. Wanneer de warmteverbruiksmeting (OWMZ) is geac- en boilersensor S2. Wanneer de verschillen groter zijn dan of gelijk zijn aan het in- tiveerd, worden S4 en VFD gebruikt als aanvoer-, resp.
Pagina 34
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina KOL1 Temperatuur collector 1 Temperatuur boiler KOL2 Temperatuur collector 2 Temperatuur sensor 4 TSPO Temperatuur boiler boven Temperatuur voorloopsensor S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4 / VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ n1 % Toerental R1 n2 %...
Pagina 35
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina KMX2 Maximumtemperatuur collector 2 110 °C [230 °F] OSYK Optie systeemkoeling DTKE Inschakeltemperatuurverschil koeling 20.0 K [40.0 °Ra] DTKA Uitschakeltemperatuurverschil koeling 15.0 K [30.0 °Ra] OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] OKN1 Optie minimumlimiet collector collector 1...
Pagina 36
Installatie 8: Zonnesysteem met naverwarming door vaste-brandstofketel De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Een vaste-brandstofketel wordt door relais 2 aangestuurd als het temperatuur- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- verschil tussen de sensoren S4 en S3 groter is dan of gelijk is aan het ingestelde temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de inschakeltemperatuurverschil (DT3E) tot de ingestelde minimum- (MN3E) en maxi-...
Pagina 37
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TFSK Temperatuur ketel met vaste brandstof Temperatuur voorloopsensor Temperatuur retoursensor VFDj Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™...
Pagina 38
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd...
Systeemspecifieke functies U hebt de volgende instellingen nodig voor de specifieke functies in installatie 8. ∆T -regeling voor de naverwarming door een vaste-brandstofketel Toerentalregeling DT3E DT3S Inschakeltemperatuurverschil Nominaal temperatuurverschil Instelbereik: 1,0 … 20,0 K [2,0 … 40,0 °Ra] Instelbereik: 1,5 … 30,0 K [3,0 … 60,0 °Ra] Fabrieksinstelling: 6,0 K [12,0 °Ra] Fabrieksinstelling: 10.0 K [20.0 °Ra] Referentiesensoren voor deze functie zijn S4 en S3.
Pagina 40
Minimumtoerental PUM2 Pompaansturing R2 n2MN Keuze: OnOF, PULS, PSOL, PHEI Minimumtoerental R2 Fabrieksinstelling: OnOF Instelbereik: (10) 30 … 100 Met deze parameter kan het soort pompaansturing worden ingesteld. Er kan tussen Fabrieksinstelling: 30 de volgende soorten worden gekozen: Met het instelkanaal n2MN kan aan uitgang R2 een relatief minimumtoerental wor- instelling standaardpomp zonder toerentalregeling den toegewezen.
Pagina 41
Minimumtemperatuurbegrenzing vaste-brandstofketel Maximumtemperatuurbegrenzing vaste-brandstofketel MN3E / MN3A MX3E / MX3A Minimumtemperatuurbegrenzing Maximumtemperatuurlimiet Instelbereik: 0,0 … 90,0 °C [30,0 … 190,0 °F] Instelbereik: 0,0 … 95,0 °C [30,0 … 200,0 °F] Fabrieksinstelling (alleen als ANL = 8): Fabrieksinstelling: MN3E: 60,0 °C [140,0 °F] MX3E: 60,0 °C [140,0 °F] MN3A: 65,0 °C [150,0 °F] MX3A: 58,0 °C [136,0 °F]...
Pagina 42
Installatie 9: Zonnesysteem met verwarmingscircuit-retourverhoging De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- Een verwarmingscircuit-retourverhoging wordt door relais 2 geactiveerd wanneer lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- het temperatuurverschil tussen sensoren S3 en S4 groter is dan of gelijk is aan het temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de ingestelde inschakeltemperatuurverschil (DT3E).
Pagina 43
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina INIT ODB-initialisatie actief ODB-vultijd actief STAB ODB-stabilisatie actief Temperatuur collector TSPU Temperatuur boiler 1 onder TSPO Temperatuur boiler 1 boven TRUE Temperatuur verwarmingscircuit Temperatuur voorloopsensor Temperatuur retoursensor Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ Toerental relais R1 Bedrijfsuren R1 Bedrijfsuren R2...
Pagina 44
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina OSPK Optie boilerkoeling OURL Optie boilerkoeling vakantie TURL Temperatuur boilerkoeling vakantie 40 °C [110 °F] Optie minimumlimiet collector Minimumtemperatuur collector 10 °C [50 °F] Optie vorstbescherming Vorstbeschermingstemperatuur 4,0 °C [40,0 °F] Optie vacuümcollector RKAN ORK starttijd 07:00 RKEN ORK eindtijd...
Pagina 45
Installatie 10: Standaardzonnesysteem met afvoer van overtollige warmte De regelaar berekent het temperatuurverschil tussen collectorsensor S1 en boi- warmte af te leiden naar een koellichaam. Om veiligheidsredenen vindt deze warm- lersensor S2. Als het verschil groter is dan of gelijk is aan het ingestelde inschakel- teafvoer enkel plaats zolang de boilertemperatuur onder de nood-uitschakeltempe- temperatuurverschil (DT E), wordt de zonnepomp door relais 1 geactiveerd en de ratuur van 95 °C (200 °F) ligt.
Pagina 46
Weergavekanalen Kanaal Beschrijving Aansluitklem Pagina Temperatuur collector Temperatuur boiler Temperatuur sensor 3 TSPO Temperatuur boiler boven Temperatuur sensor 4 Temperatuur voorloopsensor S1 / S4 / VFD Temperatuur retoursensor S4 / VFD Temperatuur Grundfos Direct Sensor™ Debiet Grundfos Direct Sensor™ Toerental relais R1 h P1 Bedrijfsuren R1 h P2...
Pagina 47
Instelkanalen Kanaal Beschrijving Fabrieksinstelling Pagina RKLA ORK looptijd 30 s RKSZ ORK stilstandtijd 30 min Grundfos Direct Sensor™ OWMZ Optie warmteverbruiksmeting Toewijzing VFD VMAX Maximaal debiet 6,0 l/min MEDT Soort vorstbescherming MED% Vorstbeschermingsgehalte (alleen als MEDT = propyleen of ethyleen) 45 % HND1 Handmatige modus R1...
Bediening en functie Systeembewakingsdisplay Knoppen Systeembewakingsdisplay ê Vooruit (+) Ⓢ (selectie-/ Het systeembewakingsdisplay bestaat uit 3 gedeelten: De kanaalweergave, de sym- instelmodus) bolenbalk en de systeemweergave. Terug (-) Kanaalweergave De regelaar wordt met de 3 drukknoppen onder het display bediend. Knop 1 (+) dient om vooruit door het menu te scrollen of om de instelwaarden te verhogen.
Systeemweergave Wordt continu Knippe- Statusaanduidingen: weergegeven In het systeembewakingsdisplay wordt het gekozen schema weergegeven. Het be- rend staat uit meerdere symbolen voor systeemcomponenten die afhankelijk van de sta- Relais 1 actief ⓵ tus van het systeem knipperen, continu worden weergegeven of verborgen. Relais 2 actief ⓶...
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Vooruit (+) 1. Taal Î Stel de gewenste menutaal in. Ⓢ (selectie-/ instelmodus) Taalkeuze Keuze: dE, En, Fr, ES, It 2 Terug (-) Fabrieksinstelling: dE Î Sluit de voeding aan De regelaar doorloopt een initialisatiefase. 2. Temperatuureenheid Î Stel de gewenste eenheid in. Als de regelaar de eerste keer of na een reset in bedrijf wordt gesteld, moet een inbedrijfstellingsmenu worden doorlopen.
Pagina 51
Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Bevestig de veiligheidsvraag alleen als het sys- instelling HE-pomp teemschema daadwerkelijk moet worden ge- • PSOL (PWM-profiel voor een HE-zonnepomp) wijzigd! • PHEI (PWM-profiel voor een HE-verwarmings- pomp) Veiligheidsvraag: Î Druk op knop 3 om de veiligheidsvraag te beves- 7.
Inbedrijfstelling Kanaaloverzicht Weergavekanalen Aanwijzing Bevestiging De weergave- en instelkanalen alsmede instelbereiken zijn afhankelijk van Het inbedrijfstellingsmenu afsluiten het geselecteerde systeem, de functies en opties en de aangesloten com- Na het laatste kanaal van het inbedrijfstellingmenu ponenten. wordt gevraagd om een bevestiging van de geconfigu- reerde instellingen.
Pagina 53
Weergave van de collectortemperaturen Weergave sensoren 3, 4 en VFD KOL, KOL1, KOL2 S3, S4, VFD Collectortemperatuur Sensortemperaturen Weergavebereik: -40 … +260 °C [-40 … +500 °F] Weergavebereik: -40 … +260 °C [-40 … +500 °F] VFD: 0 … 100 % Geeft de collectortemperaturen weer.
Pagina 54
Weergave debiet Druk gedurende circa 2 sec op toets 3 om naar de resetmodus van de meter te gaan. Het Ⓢ-symbool knippert en de waarde voor de warmtehoeveelheid wordt naar 0 gereset. Druk op toets 3 om het resetproces af te sluiten. Druk gedurende ca.
Instelkanalen Installatiekeuze ZEIT Geeft de huidige tijd weer. Druk gedurende 2 sec op toets 3 om de uren te kunnen instellen. Installatiekeuze. Stel met de knoppen 1 en 2 het uur in. Instelbereik: 1 … 10 Druk op knop 3 om de minuten te kunnen instellen. Fabrieksinstelling: 1 Stel met de knoppen 1 en 2 de minuten in.
Pagina 56
∆T -regeling Toerentalregeling DT E / DT1E / DT2E / DT3E ANS / ANS1 / ANS2 / ANS3 DT S / DT1S / DT2S / DT3S Inschakeltemperatuurverschil Stijging Nominaal temperatuurverschil Instelbereik: 1,0 … 20,0 K [2,0 … 40,0 °Ra] Instelbereik: 1 … 20 K [2 … 40 °Ra] Instelbereik: Fabrieksinstelling: 6,0 K [12,0 °Ra] Fabrieksinstelling: 2 K [4 °Ra]...
Pagina 57
Maximumtoerental PUM1 / PUM2 nMX, n1MX, n2MX Pompaansturing Maximumtoerental Keuze: OnOF, PULS, PSOL, PHEI Instelbereik: (10) 30 … 100 % Fabrieksinstelling: PSOL Fabrieksinstelling: 100 % Met deze parameter kan het soort pompaansturing worden ingesteld. Er kan tussen In het instelkanaal n1(2)MX kan voor de uitgangen R1 en R2 een relatief maximum- de volgende soorten worden gekozen: toerental voor een aangesloten pomp worden voorgeprogrammeerd.
Pagina 58
Boiler beveiligingsstop Koelfuncties Onderstaand worden de 3 koelfuncties – collectorkoeling, systeemkoeling en boilerkoeling – nader beschreven. De volgende aanwijzingen gelden voor alle 3 koelfuncties: Aanwijzing OSNO De koelfuncties worden niet actief, zolang een solaropwarming mogelijk Optie boiler beveiligingsstop Instelbereik: ON, OFF Aanwijzing Fabrieksinstelling: OFF In 2-Boilersystemen werken de koelfuncties alleen voor boiler 1, resp.
Aanwijzing Boilerkoeling In installatie 10 is de parameter KMX zelfstandig zonder de OKK-func- tie beschikbaar. In installatie 10 wordt KMX als activeringstemperatuur gebruikt voor de afvoer van restwarmte. In dat geval is geen andere in- schakelvoorwaarde nodig. Systeemkoeling OSPK OURL Optie boilerkoeling Optie boilerkoeling vakantie Instelbereik: OFF / ON...
Pagina 60
Minimale collectorbegrenzing Aanwijzing Omdat voor deze functie alleen de beperkte hoeveelheid warmte van de boiler ter beschikking staat, dient de vorstbeschermingsfunctie alleen in gebieden te worden toegepast, waar slechts enkele dagen per jaar tempe- raturen rond het vriespunt worden bereikt. Om de boiler te beschermen tegen vorstschade, wordt de vorstbescher- OKN / OKN1 / OKN2 KMN / KMN1 / KMN2...
Als PRIO 0 wordt ingesteld en er aan de inschakelvoorwaarden voor beide boilers Als de voorrangsboiler niet kan worden opgewarmd, wordt de opvolgende boiler is voldaan, worden de boilers parallel (ANL 6), resp. trapsgewijs (Arr 4, 5) opge- gecontroleerd. Als opwarming van de opvolgende boiler mogelijk is, dan wordt deze warmd, te beginnen met de boiler met de laagste temperatuur.
Warmteverbruiksmeting RKEN RKLA Stoptijd vacuümcollectorfunctie Looptijd vacuümcollectorfunctie OWMZ Instelbereik: 00:00 … 23:45 Instelbereik: 5 … 500 s Optie warmteverbruiksmeting Fabrieksinstelling: 19:00 Fabrieksinstelling: 30 s Instelbereik: OFF / ON Fabrieksinstelling: OFF Als OWMZ wordt geactiveerd, kan de gewonnen hoeveelheid warmte worden berekend en weergegeven.
Pagina 63
Warmteverbruiksmeting met de VFD Grundfos Direct Sensor™ Een warmteverbruiksmeting met de VFD Grundfos Direct Sensor™ is in alle sys- temen mogelijk. Ga als volgt te werk om een warmteverbruiksmeting uit te voeren: Meld de VFD Grundfos Direct Sensor™ in kanaal GFD aan. MEDT MED%: antivriesconc.
Pagina 64
Vultijd tFLL Optie drainback Vultijd Instelbereik: OFF / ON Instelbereik: 1.0 … 30.0 min Fabrieksinstelling: OFF Fabrieksinstelling: 5.0 min Aanwijzing Met de parameter tFLL wordt de vultijd ingesteld. Tijdens deze tijd draait de pomp Als de drainback-functie is geactiveerd, zijn de koelfuncties en de vorst- met een toerental van 100 %.
Bedrijfsmodus Eenheid EINH HND1 / HND2 Keuze van de temperatuureenheid Bedrijfsmodus Keuze: °F, °C Instelbereik: OFF, Auto, ON Fabrieksinstelling: °C Fabrieksinstelling: Auto In dit kanaal kan de eenheid worden gekozen, waarin de temperaturen en tempera- Voor controle- en onderhoudswerkzaamheden kan de bedrijfsmodus van het relais tuurverschillen worden weergegeven.
Fouten opsporen Als een storing optreedt, wordt via de symbolen op het display een storingscode WAARSCHUWING! Elektrische schok! weergegeven: Bij geopende behuizing liggen spanningvoerende onder- delen bloot! Op het display verschijnt het symbool ☍ en het symbool ⚠ knippert. Î Koppel telkens voordat u de behuizing opent, het toestel op alle polen los van het net! Sensordefect.
Pagina 67
De pomp loopt warm, maar er is geen warmtetransport van de collector naar De pomp wordt blijkbaar laat ingeschakeld. de boiler, de voor- en terugloop zijn even warm, eventueel ook borrelen in de leiding. Zit er lucht in het systeem? Inschakeltemperatuurverschil ∆Taan Ontlucht het systeem, breng de sys- te groot gekozen?
Pagina 68
De boilers koelen 's nachts af Controleer de terugslagklep in de Controleer ook andere pompen Draait de pomp van het collector- warmwatercirculatie - ok die met de zonneboiler verbonden circuit 's nachts? zijn. Controleer de regelfunctie Reinigen resp. vervangen. De temperatuur van de collector is 's nachts hoger dan de buitentem- De zwaartekrachtcirculatie in de Controleer de terugslagklep in...
Pagina 70
Software License Information (Firmware Version 3.00) Copyright 2020 (c) Raspberry Pi (Trading) Ltd. THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS AND CONTRIBUTORS "AS IS" AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, Redistribution and use in source and binary forms, with or without modification, INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, THE IMPLIED WARRANTIES OF MER- are permitted provided that the following conditions are met: CHANTABILITY AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISC-...