8. Controleer of de markeringen op het vorkenbord
(N) goed leesbaar zijn. Vervang markeringen die
onleesbaar zijn geworden.
9. a. Til de mast op en bedien de kantelhendel, tot
de bovenkant van de vork evenwijdig aan de
vloer is. Plaats twee rechte staven met
dezelfde breedte als het vorkenbord over de
vorken (zie afbeelding).
b. Meet de afstand van de onderzijde van elke
staaf tot de vloer. De vorken moeten over
hun volle lengte parallel met de vloer lopen
met een tolerantie van 3 mm voor geheel
tapse en gepolijste (FTP) vorken en 6,4 mm
voor alle andere vorken.
c. Plaats één vork op een derde vanaf de punt
onder een vast voorwerp. Kantel de vork
voorzichtig tot de achterzijde van de heftruck
juist van de vloer loskomt. Volg dezelfde
procedure voor de andere vork. Herhaal stap
a.
125
Hoofdstuk Onderhoud