Toepassing (opname)
■
1 opname AF
Wanneer [1 opname AF] is geregistreerd in de [Fn]-knop (→133), kunt u eenmaal op de
[Fn]-knop drukken om de automatische scherpstelling tijdelijk te activeren en scherp te
stellen op een onderwerp.
• Stel eerst met [1 opname AF] scherp op een gebied dicht bij het onderwerp. U kunt
dan gemakkelijker scherpstellen met de bedieningsring.
■
MF assist
Wanneer [MF assist] in het [Set-up]-menu op [ON] is gezet en u handmatig scherpstelt,
verschijnt een vergrote weergave van het MF-gebied (de positie waarop kan worden
scherpgesteld).
• Kort nadat u stopt met de handmatige scherpstelling, schakelt de weergave naar
normaal.
●
De positie van het MF-gebied wijzigen
Druk op [MENU/SET] terwijl MF assist wordt weergegeven
Druk op
• Het MF-gebied terugzetten in de oorspronkelijke positie
→ Druk op de [DISP.]-knop.
Druk op [MENU/SET]
●
De MF assist is uitgeschakeld in het Digitale Zoombereik of wanneer u video's maakt.
●
De positie van het MF-gebied blijft behouden, zelfs nadat de camera is uitgeschakeld.
●
De vergroting van het vergrote gebied kan gewijzigd worden door de bedieningsknop
te draaien wanneer MF assist geactiveerd wordt of het MF-gebied beweegt.
om het MF-gebied te verplaatsen
- 97 -
Beelden opnemen met handmatige scherpstelling
VQT5E81