Basisbediening
●
Wanneer u films opneemt, regelt de camera het diafragma binnen het relevante
belichtingsbereik en zal bij de helderheid van sommige onderwerpen de
achtergrondonscherpte niet veranderen.
●
Met de modus [Intelligent auto plus] kunt u de helderheid en kleur aanpassen.
●
Als de camera uitgeschakeld wordt of de opnamemodus gewijzigd wordt, keert de
instelling voor achtergrondonscherpte terug naar [AUTO].
[Anti blur]
[Anti blur] stelt automatisch de optimale sluitertijd in die het best past bij de bewegingen
van het onderwerp, om bewegingsonscherpte te voorkomen.
Deze functie is vooraf ingesteld op [ON] op dit apparaat.
■
Instellingen
Druk op [MENU/SET]
Druk op
Druk op
om [Anti blur] te selecteren en druk op [MENU/SET]
Druk op
om [ON] of [OFF] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
●
Wanneer [Anti blur] staat ingesteld op [ON], verschijnt er [
●
Het onderwerp kan worden opgenomen in een fotoresolutie die kleiner is dan het
aantal pixels (beeldpunten) dat u hebt ingesteld.
Foto's opnemen met automatische instellingen Modus [Intelligent auto]
om het [Opname]-menu te selecteren en druk op [MENU/SET]
- 38 -
(→41)
] op het scherm.
VQT5E81