De blaasrichting regelen
■ Zo stelt u de luchtstroom in
• Stel de luchtstroom in op de door u gewenste manier.
Wanneer u de insteltoets voor de luchtstroom in de stand
• De airconditioner selecteert automatisch het juiste uitblaaspatroon, afhankelijk van de
werkingsmodus c.q. de situatie.
Werkingsmodus
KOELEN
VERWARMEN
• Om te voorkomen dat de lucht tijdens DROGEN direct in contact komt met de gebruikers van de
ruimte, wordt de lucht via de bovenste luchtuitlaat uitgeblazen.
Wanneer u de insteltoets voor de luchtuitlaat in de stand
• De lucht wordt, ongeacht de ingestelde werkingsmodus of de situatie, via de bovenste
luchtuitlaat uitgeblazen.
• Gebruik deze schakelaar wanneer u niet wilt dat de lucht via de onderste luchtuitlaat wordt
uitgeblazen. (Wanneer men slaapt en een koude luchtstroom voelt tijdens het VERWARMEN, enz.)
VOORZICHTIG
• Probeer niet om de jaloezie met de hand in te stellen.
• Wanneer u de instelling met de hand wijzigt zal het mechanisme mogelijk niet goed werken
of bestaat de mogelijkheid dat condens uit de luchtuitlaten zal druppen.
15
Situatie
• Wanneer de ruimte volledig
is afgekoeld of wanneer de
airconditioner 1 uur ingeschakeld
is geweest.
• Bij inschakelen of op andere
momenten wanneer de ruimte
niet volledig afgekoeld is.
• Normale tijd.
Uitblaaspatroon
• Om te voorkomen dat de lucht
direct in contact komt met de
gebruikers van de ruimte, wordt de
lucht via de bovenste luchtuitlaat
uitgeblazen tot de temperatuur in
de ruimte is gestabiliseerd.
• Uit de bovenste en onderste
luchtuitlaten wordt lucht uitgeblazen
tijdens VERWARMEN en om tijdens
KOELEN snel te koelen.
zet.
zet.