Werkingsgebied
■ Tips om energie te besparen
Maak de kamer niet te koud of verwarm de kamer niet te sterk.
•
De temperatuurinstelling op een gemiddeld niveau houden helpt om
energie te besparen.
Bedek ramen met een zonnescherm of een gordijn.
•
Door zonlicht en lucht van buiten te blokkeren wordt het koel-
(verwarmings-)effect verhoogd.
Verstopte luchtfilters veroorzaken een inefficiënte werking en verspillen energie. Reinig ze circa
•
elke 2 weken.
■ Opmerking
Gebruik de airconditioner onder de volgende omstandigheden.
•
Buitenunits
Buitentemperatuur
RXM25~50
Binnentemperatuur
2MXM40~50
Buitentemperatuur
3MXM40~68
4MXM68/80
Binnentemperatuur
5MXM90
Buitentemperatuur
RXTP25~35
Binnentemperatuur
DB: drogeboltemperatuur
WB: natte-bol-temperatuur
(a)
Opdat er geen condensatie en water uit het systeem zouden druppelen. Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten
deze condities valt, zou het kunnen dat veiligheidstoestellen in werking worden gezet en dat de airconditioner niet werkt.
Als de werking buiten dit gebied verder gaat:
Bedrijf buiten dit vochtigheid- of temperatuurgebied kan er voor zorgen dat de veiligheidsinrichting het
•
systeem uitschakelt.
Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn om het bedrijf te stoppen. (In een multi-systeem kan deze
•
helpen om alleen het bedrijf van de buitenunit te stoppen.)
Er kan condensatie op de binnenunit voorkomen en het kan gaan druppelen.
•
11
Koel
-10~46°C DB
18~32°C DB 14~23°C WB
-10~46°C DB
18~32°C DB 14~23°C WB
-10~46°C DB
18~32°C DB 14~23°C WB
Vochtigheid binnenshuis ≤80%
Aanbevolen temperatuurinstelling
Voor koeling: 26°C – 28°C
Voor verwarming: 20°C – 24°C
Warm
-15~24°C DB
10~30°C DB
-15~24°C DB
10~30°C DB
-25~24°C DB
10~30°C DB
(a)
-15~18°C WB
-15~18°C WB
-25~18°C WB