5.2 Vacuümzijde aansluiten
Schade aan eigendommen door verontreinigde gassen
Het verpompen van vervuilde gassen beschadigt de vacuümpomp.
► Gebruik geschikte filters of afscheiders uit het aanbod aan accessoires van Pfeiffer Vacuum om
Afb. 6:
1 Klemring
2 Vacuümleiding
Procedure
1. Verwijder de beschermdop van de vacuümflens.
2. Zorg ervoor dat de centreerring met kegelzeef en O-ring in de vacuümflens zitten.
3. Breng een zo kort mogelijke verbinding tussen de vacuümpomp en de vacuümkamer tot stand.
4. Kies een minimale dwarsdoorsnede van de vacuümleiding die gelijk is aan de nominale diameter
5. Gebruik, afhankelijk van het pomptype, PVC-slangen of metalen slangen met flensaansluitingen
6. Ondersteun de leidingen naar de vacuümpomp zodat het leidingsysteem geen kracht op de vacu-
7. Sluit de beide flenzen met de klemring aan.
8. Gebruik, indien nodig, een afscheider of filter van het accessoireaanbod van
5.3 Uitlaatzijde aansluiten
Gevaar voor letsel door barsten vanwege hoge druk in de uitlaatleiding
Verkeerde of ongeschikte uitlaatleidingen leiden tot gevaarlijke situaties, bijv. verhoogde uitlaatdruk.
Er bestaat gevaar voor barsten. Verwondingen veroorzaakt door rondvliegende fragmenten, het ont-
snappen van hoge druk en schade aan de eenheid kunnen niet worden uitgesloten.
► Leg de uitlaatleiding zonder afsluiters aan.
► Houd de maximale toegestane druk van 1.500 hPa (absoluut) in de gaten.
► Houd de toegestane drukken en drukverschillen voor het product in de gaten.
► Controleer regelmatig de werking van de uitlaatleiding.
de vacuümpomp te beschermen.
2
1
4
3
Vacuümaansluiting met flensaansluiting
3
4
van de aansluitflens.
van de componentenshop van
ümpomp kan uitoefenen.
VOORZICHTIG
OPMERKING
Centreerring met kegelzeef en O-ring
Beschermdop
Pfeiffer
Vacuum.
Installatie
Pfeiffer
Vacuum.
25/66