1.7. RESTERENDE RISICO'S
VOOR DE GEBRUIKER
• Contaminatie als gevolg van een inadequate hantering van de lading;
• Verbranding door contact met hete oppervlakken of hete vloeistoffen.
VOOR DE PATIËNT
• Contaminatie wegens niet gesteriliseerd materiaal veroorzaakt door een onjuiste reinigingsbehandeling vóór de sterilisatie;
• Contaminatie als gevolg van een proces van verkeerd hergebruik;
• Contaminatie door materiaal dat niet geschikt is voor sterilisatie of dat niet conform de gebruikersinstructies is;
• Contaminatie door niet gesteriliseerd materiaal veroorzaakt door een onjuiste eindbeoordeling van het sterilisatieproces;
• Contaminatie door het niet of verkeerd uitvoeren van periodiek onderhoud;
• Contaminatie door gebrek aan periodieke validatie.
1.8. INFORMATIE OVER DE BEPERKING VAN HET RESTRISICO
VOOR DE GEBRUIKER
Contaminatie als gevolg van een inadequate hantering van de lading.
Zie het hoofdstuk VOORBEREIDING VAN HET MATERIAAL.
Verbranding door contact met hete oppervlakken of hete vloeistoffen.
Om na voltooiing van het sterilisatieproces met verzadigde stoom bij 121° of 134° is het, verder te gaan met de extractie van het steriele materiaal, als
volgt te werk gaan:
• Altijd persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) dragen die geschikt zijn voor het hanteren van heet materiaal en handschoenen van geschikt
materiaal en dikte;
• Handen, reeds bedekt met handschoenen, reinigen met een kiemdodend reinigingsmiddel;
• Gebruik altijd het speciale instrument, onderdeel van de standaarduitrusting, om de laden uit de sterilisatiekamer te verwijderen;
• Vermijd contact van de laden en het materiaal met verontreinigde en/of niet hittebestendige oppervlakken;
• Hanteer steriel materiaal met zorg voor het behoud van de integriteit van alle verpakkingen, hoezen, recipiënten met een barrièrefunctie.
VOOR DE PATIËNT
Contaminatie wegens niet gesteriliseerd materiaal veroorzaakt door een onjuiste reinigingsbehandeling vóór de sterilisatie.
Zie het hoofdstuk BEHANDELING VAN HET MATERIAAL VÓÓR DE STERILISATIE.
Contaminatie als gevolg van een proces van verkeerd hergebruik.
Zorg voor het gebruik van steriel materiaal.
Contaminatie door materiaal dat niet geschikt is voor sterilisatie of dat niet conform de gebruikersinstructies is.
• Zorg ervoor dat het besmette materiaal compatibel is met het gekozen sterilisatieproces;
• Het te steriliseren materiaal onmiddellijk scheiden van materialen die dit proces niet moeten ondergaan of niet kunnen doorstaan.
Contaminatie door niet gesteriliseerd materiaal veroorzaakt door een onjuiste eindbeoordeling van het sterilisatieproces.
Het elektronische controlesysteem van het sterilisatieproces houdt toezicht op de verschillende fasen en controleert tegelijkertijd of de verschillende
parameters correct worden nageleefd; als tijdens de cyclus een afwijking van welke aard dan ook wordt geconstateerd, wordt de cyclus onmiddellijk
onderbroken, waardoor een alarm wordt afgegeven dat wordt geïdentificeerd door een code en een bericht dat verband houdt met de aard van het
probleem.
Bovendien kan het sterilisatieproces worden gecontroleerd door:
CHEMISCHE INDICATOREN
die een controlefunctie van de sterilisatiecyclus vervullen omdat ze informatie geven, samen met de controle van fysieke en biologische parameters,
over de omstandigheden die zich tijdens het proces in de sterilisatiekamer hebben voorgedaan.
De laatste omslag van de procesindicator bevestigt niet dat het product steriel is, maar geeft alleen aan dat het apparaat gesteriliseerd heeft. Het
ontbreken van die omslag moet de gebruiker die verantwoordelijk is voor het vrijgeven van het steriele materiaal, dat niet mag worden gebruikt,
alarmeren, zodat onderzoek kan worden gedaan naar de mogelijke oorzaken.
FYSIEKE INDICATOREN
Zij bestaan uit het uitlezen van de door de machines geproduceerde gegevens of het uitvoeren van specifieke tests die tijdens de validatie voor die
specifieke cyclus/lading/autoclaaf zijn aangegeven. Dit controlesysteem kan omvatten:
• Directe uitlezing van het synoptische systeem (thermometer, manometer, recorder, enz.);
• Het lezen van de afdrukken/labels/bestanden waarop de door het synoptische systeem verzamelde gegevens (parameters) worden geregistreerd;
• Het uitvoeren van specifieke tests (vacuümtest, Bowie-Dicktest, Helix-test).
De gebruiker die verantwoordelijk is voor het proces, certificeert door middel van de parametrische vrijgave de geldigheid van de lading aan het einde
van elke cyclus.
Contaminatie door het niet of verkeerd uitvoeren van periodiek onderhoud.
De sterilisator geeft volgens een vastgestelde programmering een waarschuwingsbericht weer met betrekking tot de uitvoering van het periodieke
onderhoud, dat nodig is om de goede werking van het apparaat te garanderen.
Contaminatie door gebrek aan periodieke validatie.
Zie het hoofdstuk PERIODIEKE VALIDATIE VAN DE STERILISATOR.
NL
6