Wasgoed
nl
Geschikt om met de hand te
W
wassen;
bijv. Wol h programma
Niet in de machine wassen.
Ž
Wasgoed voor het drogen
voorbereiden
Om een gelijkmatig
Aanwijzing:
droogresultaat te waarborgen, dient u
het wasgoed te sorteren volgens:
de textielsoort
■
Verzorgingssymbolen die op de
■
textiel-labels staan.
Droog uitsluitend wasgoed dat volgens
het label bestand is tegen de Was-/
droogautomaat of dat is voorzien van
de volgende
textielbehandelingssymbolen:
a : U kunt selecteren
■
Katoen/Handdoeken/Hygiëne/
myTime \+ Dry
` : U kunt selecteren
■
Kreukherstellend/Mix/Wol h/
Overhemden/Blouses + Dry
De volgende textielsoorten mogen niet
worden gedroogd:
b = textielverzorgingssymbool "niet
■
geschikt voor droogtrommel".
Fijne stoffen (zijde, synthetische
■
gordijnen).
Textiel dat schuimrubber of
■
soortgelijke materialen bevat.
Textiel dat behandeld is met
■
ontvlambare vloeibare stoffen, bijv.
met vlekkenverwijderaar, petroleum,
ether, verdunners. Risico van
explosie!
Textiel dat nog haarspray of
■
soortgelijke substanties bevat.
28
Aanwijzingen
Met de hand gewassen textiel dient
■
voor het drogen met het juiste
centrifugetoerental te worden
gewassen.
Voor het drogen centrifugeren met
■
het optimale toerental. Een
centrifugetoerental van meer dan
1000 omw./min wordt aanbevolen
voor katoen, meer dan 800 omw./
min voor kreukherstellend textiel.
Strijk het wasgoed niet onmiddellijk
■
na het drogen. Het wordt
aanbevolen het wasgoed eerst op te
rollen, zodat het restvocht
gelijkmatig wordt verdeeld.
Om een goed droogresultaat te
■
krijgen dienen dekbedden, badstof
en andere grote stukken apart te
worden gedroogd. Niet meer dan 6
badstof handdoeken drogen
(of 5 kg).
Overschrijd niet de maximale
■
belading.