Onderdeel
Functie
PREF.
Hiermee kunt u het menu
weergeven voor het
configureren van de
afdrukinstellingen.
CLEAN.TH
Hiermee wordt het reinigen
van de kop gestart.
Instellingen
a)
-BACWRD
Hiermee kunt u kiezen of de bovenkant of de onderkant van het scherm
eerst wordt afgedrukt.
BACW:ON: hiermee wordt er in achterwaartse richting afgedrukt (vanaf
de bovenkant van het scherm).
[BACW:OFF]: hiermee wordt er in de normale richting afgedrukt (vanaf
de onderkant van het scherm).
-INFO
Hiermee kunt u instellen of de afdrukparameters onder aan het beeld
worden afgedrukt.
[INFO:OFF]: de informatie wordt niet afgedrukt.
INFO:ADJ: de regelingswaarde voor de beeldkwaliteit wordt afgedrukt.
-INVERT
Hiermee kunt u kiezen voor normaal of negatief afdrukken.
INV:NEG: hiermee wordt er negatief afgedrukt.
[INV:POS]: hiermee wordt er normaal afgedrukt.
-MIRROR
Hiermee kunt u de linker- en rechterkant van de afdruk omwisselen.
MIRR:ON: de rechter- en linkerkant van het beeld zijn omgewisseld.
[MIRR:OFF]: het beeld wordt niet omgedraaid.
b)
-SIDE
Schakel de papierstand van de printer.
SIDE:ON: Druk afbeeldingen af in staande richting.
[SIDE:OFF]: Druk afbeeldingen af in dezelfde richting als hij te zien is op
de monitor.
"SIDE:OFF" wordt geselecteerd als "-DRIVER" is vastgezet op
"DRV:898" in het menu DIGITAL.
-QTY
Hiermee kunt u de afdrukhoeveelheid instellen.
QTY: [1] -- 10: u kunt 1 -- 10 exemplaren van hetzelfde beeld afdrukken.
CLEAN:OK
Het reinigen van de kop wordt gestart door op de menuhendel te drukken.
19