Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding
5.4 GEÏNTEGREERDE MONSTERNAMEPOMP
Het instrument is uitgerust met een geïntegreerde diafragma monsternamepomp. Hij heeft drie
flowsnelheden met debiet variërend van 250 ml/min tot 360 ml/min met inlaatfilter.
Naarmate vervuiling zich ophoopt in het filter, neemt het debiet af.
Opmerkingen:
•
Gebruik het instrument altijd met een schoon inlaatfilter. Vervuiling kan zich ophopen in de pomp en deze
verstoppen, waardoor het debiet afneemt en het risico op pompstoringen toeneemt.
•
Vervang het inlaatfilter altijd bij zichtbare vervuiling.
•
Zorg ervoor dat de inlaat en uitlaat vrij zijn van obstakels voor en tijdens gebruik.
Indien uitgerust met slangen met een binnendiameter van 1/8 inch (3,175 mm) die op de
gasinlaatpoort zijn gemonteerd, kan de pomp monsters nemen op 61 meter afstand horizontaal of
27,5 meter verticaal.
Opmerking:
•
De responstijd van het instrument daalt met ongeveer 1 seconde voor elke 0,9 meter slang.
5.4.1 POMPSTATUS
Tijdens normaal bedrijf toont het pomppictogram afwisselend in- en uitstroom. Als er
een pompstoring of obstructie optreedt, wordt het pompalarm geactiveerd en knippert
het pictogram voor het blokkeren van de pomp. Verwijder de obstructie en druk op
om de pomp opnieuw te starten.
5.5 EXTERNE WATERSLOTFILTERS
Een externe filter is verplicht om te voorkomen dat vocht en vuil het instrument binnendringen. Vocht
en vuil in het instrument kunnen leiden tot slijtage van de pomp, foutieve metingen en/of afslaan van
de pomp.
Om het externe filter te installeren:
1. Schroef het oude of vervuilde filter los.
2. Neem een nieuw inlaatfilter uit de verpakking.
3. Schroef het nieuwe filter met de Luer-aansluiting op de inlaatsonde van het instrument.
5.6 ALARMSIGNALEN
Tijdens het gebruik wordt de gasconcentratie continu vergeleken met de alarmgrenzen. Als de
concentratie een van de vooraf ingestelde limieten overschrijdt, worden de zoemer en de rood
knipperende LED geactiveerd om te waarschuwen voor de alarmtoestand. Bovendien geeft het
instrument een alarm wanneer de:
•
Accuspanning daalt onder een vooraf ingesteld spanningsniveau.
•
UV-lamp uit is.
•
Pomp in storing is.
NEO Foto-ionisatiedetector
9
D e t e c t i o n
D e t e c t i o n
OK
Ent
Esc
www.watchgas.nl
Advertenties
Inhoudsopgave
