Inhoudsopgave
Advertenties
Gebruikershandleiding
7. Config modus-menu's gebruiken
7.1 KALIBRATIE
Voer regelmatig een kalibratie uit. Het instrument zal zijn kalibratie behouden,
maar na verloop van tijd veranderen de detectieomstandigheden en raken de
componenten van het instrument vervuild, wat de reactie van het instrument op
detecteerbare gassen kan veranderen.
Voer elke dag voor gebruik een bumptest uit. Dit verzekert u ervan dat het
instrument volledig werkt, vooral wanneer de NEO wordt gebruikt om gebruikers
te waarschuwen voor gevaarlijke gasconcentraties.
Het interval tussen spankalibraties kan worden verlengd op basis van uw ervaring met de houdbaarheid
van de kalibratie onder uw gebruiksomstandigheden.
Voer, indien mogelijk, een kalibratie uit met het gas dat u het meest gaat meten.
Een kalibratie uitgevoerd met 2-methylpropeen (ook bekend als isobuteen en isobutyleen) is een goed
alternatief omdat het een goede respons op PID-instrumenten vertoont en stabiel, niet duur en niet
giftig is.
Een correctiefactor (CF) kan worden toegepast om de NEO de werkelijke concentratie van het te meten
gas weer te laten geven, als u er absoluut zeker van bent dat alleen dat gas wordt gemeten. U kunt de CF
selecteren uit de gasbibliotheek van het instrument met meer dan 200 verbindingen of handmatig een
CF invoeren.
7.1.1 KALIBRATIE OPSTELLING
Om een kalibratie uit te voeren, hebt u nodig:
•
Een gasfles met kalibratiegas met een exact bepaalde concentratie en een geldig certificaat dat
herleidbaar is naar internationale normen.
•
•
Een bron van schone lucht met 20.9 %VOL zuurstof:
•
Een gasfles met schone lucht in een exact bepaalde concentratie en een geldig certificaat dat
herleidbaar is naar internationale normen.
•
Gaszak met schone lucht.
•
Omgevingslucht gefilterd door een actief-kool-buisje (VOC Zeroing Tube).
•
Buitenlucht bevat meestal een paar ppb VOS en kan alleen worden gebruikt met instrumenten
met een resolutie vanaf 10 ppb en hoger.
•
Een debietregelaar om de gasstroom vanuit de cilinder te regelen.
•
Slangen met Luer-connectoren om de gasbron op het instrument aan te sluiten.
Om de stroom exact af te stemmen op de pompsnelheid, kunt u een demand flow regulator gebruiken.
Als alternatief:
•
Vul een gaszak met kalibratiegas en sluit het instrument aan op de gaszak wanneer u een kalibratie
uitvoert.
•
Gebruik een debietregelaar met een debiet van > 500 cc/min en laat het teveel aan gas ontsnappen
via een T-stuk.
NEO Foto-ionisatiedetector
15
D e t e c t i o n
D e t e c t i o n
www.watchgas.nl
Advertenties
Inhoudsopgave
