D e t e c t i o n
D e t e c t i o n
7.1.2 ZERO CALIBRATION
De zerokalibratie stelt de basislijn voor de sensor in. Om een zerokalibratie uit te voeren:
1. Sluit het instrument aan op een bron van schone lucht.
2. Open Config menu > Calibration menu > Zero Calib menu.
3. Bevestig met
.
OK
Ent
Esc
Het instrument telt af naar nul. Na voltooiing toont het display "Zero Calibration Done!". Het instrument
gaat verder naar Span Calibration.
Opmerking:
U kunt de kalibratie ten allen tijde afbrekend door
aborted!" en gaat verder naar Span Calibration.
7.1.3 SPANKALIBRATIE (SPAN CALIB)
De spankalibratie stelt het tweede kalibratiepunt voor de sensor in (en het derde, als 3-puntskalibratie
geselecteerd is in 7.5.5 Monitor Setup. Om een spankalibratie uit te voeren:
1.
Controleer dat 2-punts of 3-puntskalibratie correct is ingesteld (Zie 7.5.5 3-puntskalibratie).
2.
Controleer dat kalibratiegas correct is ingesteld (Zie 7.1.4 Kalibratiegas instellen).
3.
Controleer dat de spanwaarde(n) correct zijn ingesteld (Zie 7.1.5 Spanwaarde instellen).
4.
Sluit het instrument aan op een bron van kalibratiegas.
5.
Open Config Menu > Calibration Menu > Span Calib Menu.
6.
Bevestig met
Ent
Esc
Het instrument telt af naar nul. Na voltooiing toont het display "Span 1 is Done! Reading = xx ppm". De
getoonde concentratie moet zeer dicht bij de werkelijke concentratie liggen.
Ga, wanneer 3-puntskalibratie is geselecteerd, verder met de Span 2 kalibratie op dezelfde manier.
Opmerking:
U kunt de kalibratie ten allen tijde afbrekend door
aborted!" en gaat terug naar het menu.
NEO Foto-ionisatiedetector
Ent
.
OK
Ent
OK
te drukken tijdens het aftellen. Het display toont "Zero
Esc
OK
te drukken tijdens het aftellen. Het display toont "Span
Esc
16
Gebruikershandleiding
Span 1 is done!
Reading = 10.ppm