D e t e c t i o n
D e t e c t i o n
7.3.2 ALARMMODUS (ALARM MODE)
Kies of het alarm automatisch stopt wanneer de gedetecteerde concentratie
onder de alarmgrens valt. Een vergrendeld alarm ("Latched") betekent dat de
gebruiker het alarm moet bevestigen met
gedetecteerde concentratie onder de alarmgrens komt.
OK
Ent
Esc
1. Druk
of
om de gewenste optie te selecteren.
OK
Ent
Esc
OK
Ent
Esc
2. Druk
om door te gaan
OK
3. Druk
om op te slaan en terug te keren naar het Alarm Settings submenu.
Ent
Esc
7.3.3 ANDERE ALARMINSTELLINGEN (ALARM SETTINGS)
De pieper en de alarmLED's kunnen individueel of samen in- of uitgeschakeld
zijn. Kies uit:
•
Beiden aan (both on).
•
Alleen alarmLED's (LED only).
•
Alleen pieper (Buzzer only).
•
Beiden uit (Both off).
OK
Ent
Esc
1. Druk
of
om de gewenste optie te selecteren.
OK
Ent
Esc
OK
Ent
Esc
2. Druk
om door te gaan
OK
3. Druk
om op te slaan en terug te keren naar het Alarm Settings submenu.
Ent
Esc
7.3.4 COMFORT BEEP
De zogenaamde comfort beep herinnert u eraan dat het instrument werkt. De
zoemer- en alarm-LED's kunnen worden geprogrammeerd om afzonderlijk of in
combinatie aan of uit te gaan.
Kies uit:
•
Beiden aan (both on).
•
Alleen alarmLED's (LED only).
•
Alleen pieper (Buzzer only).
•
Beiden uit (Both off).
OK
Ent
Esc
1. Druk
of
om de gewenste optie te selecteren.
OK
Ent
Esc
OK
Ent
Esc
2. Druk
om door te gaan
OK
3. Druk
om op te slaan en terug te keren naar het Alarm Settings submenu.
Ent
Esc
NEO Foto-ionisatiedetector
OK
Ent
Esc
Gebruikershandleiding
voor het stopt wanneer de
20