8.2
Bedieningselementen
Bedieningselementen worden gebruikt voor het uitvoeren van de basisfuncties "Schakelen",
"Dimmen", "Jaloezie", "Scènes" en "Ruimtetemperatuurregelaar". De elementen kunnen o.a.
schakelaars, toetsen en schuifregelaars bevatten.
Dat resulteert in:
Toetsmodus
Tipmodus
Regelaarsmodus
Aanwijzing
Binnen enkele bedieningselementen (bijvoorbeeld RTR) kunnen met
veegbewegingen meer functies worden opgeroepen.
Waarden vastleggen
Door naar boven of beneden te vegen, kunnen bijvoorbeeld waarden, ventilator- of dimniveaus
op een bedieningselement worden ingesteld.
In-/uitschakelen
Door kort op het midden of op het symbool van een bedieningselement te tikken, kan het in- of
uitgeschakeld worden.
Instellingen bedieningselementen
Door op de drie stippen rechtsboven van een bedieningselement te tikken, kunnen verdere
instellingen worden ingesteld.
Producthandboek 2CKA002273B5475
Functie uitvoeren door één keer indrukken
Functie uitvoeren door indrukken en ingedrukt houden
Een schuifregelaar verschuiven
Bediening
│42