Inhoudsopgave
Advertenties
6.5
Montage / demontage
6.5.1
Montageplaatsen
Afb. 11:
Montageplaatsen
Bij de keuze van de montageplaats zorgen voor voldoende afstand tot warmte- of
■
koudebronnen.
Warmte- of koudebronnen beïnvloeden de werking van de interne temperatuursensor.
■
De apparaat moet tegen een muur tegenover de warmtebron gemonteerd worden. De
■
afstand tot zijmuren of deurkozijnen moet ten minste 50 cm bedragen. De afstand tot de
vloer moet ongeveer 150 cm bedragen.
Het apparaat niet aan een buitenmuur bevestigen. Lage buitentemperaturen beïnvloeden de
■
temperatuurregeling.
De apparaat mag niet in direct contact komen met vloeistoffen.
■
Het apparaat niet in de buurt van direct zonlicht, in de buurt van radiatoren, ramen,
■
lichtbronnen of achter gordijnen monteren.
Montagehoogte
Afb. 12:
Montagehoogte
De montagehoogte bedraagt 1,50 m.
■
Producthandboek 2CKA002273B5475
1,50 m
Aansluiting, inbouw / montage
│21
Advertenties
Inhoudsopgave
