6.6
Demontage
De demontage gebeurt in omgekeerde volgorde van de montage.
Aanwijzing
Na montage met Demontagebescherming voor bedieningselementen, (zie
hoofdstuk 6.5.3 "Montage" op pagina 23) kan het apparaat uitsluitend nog met
Demontagegereedschap TZW/U.0.11.CK worden gedemonteerd!
Bij gebruik van Demontagebescherming voor bedieningselementen moeten voor de demontage
de volgende stappen worden uitgevoerd:
Afb. 15:
Demontage met demontagegereedschap
1. De Demontagegereedschap achter het apparaat tot de aanslag naar beneden leiden.
2. Apparaat verwijderen.
Producthandboek 2CKA002273B5475
Aansluiting, inbouw / montage
│25