6-5. Bediening tijdens telefoongesprekken
Bediening vanaf het belscherm
Tijdens een gesprek kunnen verschillende handelingen worden uitgevoerd via het
belscherm.
[
] : Dempt uw stemgeluid. Kies
nogmaals de toets om deze functie uit te
schakelen. Houd uw vinger op de toets
om het gesprek in de wacht te zetten.
●
De toets kleurt blauw als deze actief is.
●
Ook na het dempen is de stem van
degene aan de andere kant van de lijn
te horen.
[
] : Geeft het toetsenblok weer. Het
belscherm wordt klein weergegeven zolang het toetsenblok wordt weergegeven.
[
] : Beëindigt een gesprek.
[
] : Toont de lijst met contacten in het submenu om iemand anders te kunnen
bellen.
●
U kunt tijdens een gesprek iemand anders bellen door het telefoonnummer van
deze persoon te kiezen.
[
] : Wisselt het gesprek tussen mobiele telefoon en multimediasysteem. De
toets kleurt blauw als het gesprek via de mobiele telefoon loopt.
[
] : Annuleert de oproep. Alleen zichtbaar als er een gesprek in de wacht staat.
[
] : Verkleint het belscherm.
[
] : Toont het belscherm in het hoofdgebied.
[
] : Geeft het optiescherm weer.
De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd via het optiescherm.
●
[Transmit] (verzenden) : Regelt het
volume van het gesprek.
Wijzigen van het volume kan nadelig
zijn voor de geluidskwaliteit.
●
[Navigation] (navigatie) : Dempt
de stembegeleiding van het
navigatiesysteem.
Schakel [Navigation] (navigatie) in
om dit ongedaan te maken.
●
[On hold] (in de wacht) : Zet het
gesprek tijdelijk in de wacht.
Schakel [On hold] (in de wacht) uit om dit ongedaan te maken.
Afhankelijk van het type mobiele telefoon kan deze functie mogelijk niet
worden gebruikt.
204