LD-G-10
Nederlands
Beveiliging tegen oververhitting
Zodra de toegestane bedrijfstemperatuur van de decoder (ca. 60 °C)
overschreden wordt schakelt de decoder automatisch uit en de
locverlichting begint te knipperen. Het opnieuw opstarten van het rijbedrijf
is pas mogelijk nadat de railspanning wordt uitgeschakeld. In de meeste
gevallen is de oorzaak van een oververhitting een te hoge stroomafname
van de motor.
Lastregeling
De locdecoder heeft een lastregeling. De lastregeling beïnvloedt de
motorspanning dusdanig dat de snelheid van de loc tijdens het rijden bij
een gekozen rijstap constant blijft, onafhankelijk van de belasting (b.v.
rijden tegen hellingen, aangekoppelde wagens).
De
decoder
kiest
automatisch
de
optimale
waarden
van
de
lastregelparameters voor de aangesloten (gelijkstroom-) motor uit.
Door de overeenkomstige programmering van de decoder kan het
waardebereik waaruit de decoder de optimale waarden analyseert
worden veranderd.
Rijrichting
Bij een richtingsverandering wordt in digitaalbedrijf de actuele richting
opgeslagen. Hierdoor wordt bij een onderbreking van het rijbedrijf de
oorspronkelijke richting gehandhaafd, zelfs wanneer de centrale geen
absolute rij-informatie meer verstuurt (b.v. in Motorola-I-format).
Voor het omschakelen van de rijrichting in analoog bedrijf wordt een
spanningsimpuls op de rails gelegd die duidelijk hoger is dan de
normale rijspanning. Storingen van de locmotor, toleranties van de
gebruikte componenten en spanningsverlies in de rails kunnen
ongewenste
richtingswisselingen
veroorzaken
of
gewernste
richtingsveranderingen
verhinderen.
Door
de
overeenkomstige
programmering van de decoder kan deze op de goede spanning voor
het omschakelen van de richting worden aangepast.
Pagina 81