2
Opslaan van een registratie
1. Registratie geheugenmodus oproepen
Terwijl u zich in de normale speelmodus bevindt:
Houd de knop REGISTRATION ingedrukt.
De knoppen voor het opslaan van de registratie (SOUND
knoppen) beginnen te knipperen.
2. Registratie geheugenplaats selecteren
Druk de
of
FUNCTION knop voor het kiezen van de
registratiebank 'A' of 'B' en druk vervolgens de SOUND knop
waarop u de registratie wilt opslaan.
De naam van de registratie geheugenplaats wordt in de display
weergegeven.
3. Registratie geheugenplaats naam geven
Geef de geheugenplaats een naam. Met de of knoppen
kunt u het gewenste teken selecteren en met de of
knoppen de gewenste positie.
4. Registratie opslaan
Druk de
FUNCTION knop (STORE) om het opslaan te
bevestigen of de
FUNCTION knop (EXIT) om de handeling af
te breken.
Ter bevestiging van het opslaan klinkt een signaal en in de
display verschijnt kort een indicatie voor de bevestiging.
De actuele instelling wordt met de ingegeven naam op de
geselecteerde geheugenplaats opgeslagen.
Vo o r b e e l d : o m d e a c t u e l e i n s t e l l i n g e n o p d e
geheugenplaats A-2 op te slaan, drukt u de
knop en vervolgens de knop PIANO 2 (geheugenplaats 2).
knoppen:
positie selecteren.
knoppen:
teken selecteren.
OPSLAAN
* De opgeslagen registratie blijft na het uitschakelen van het instrument
en ook bij het verwijderen van de stekker uit de contactdoos
behouden.
FUNCTION
AFBREKEN
31