Meetfout bij constant niveau
Storingsbeschrijving Storingsbeeld Oorzaak
1. Meetwaarde geeft te
laag resp. te hoog ni-
veau aan
2. Meetwaarde ver-
springt richting 0%
3. Meetwaarde ver-
springt richting 100%
Meetfout bij vullen
Storingsbeschrijving Storingsbeeld Oorzaak
4. Meetwaarde blijft bij
het vullen stilstaan
5. Meetwaarde blijft bij
het vullen in het onder-
ste gebied staan
VEGAPULS WL 61 • 4 ... 20 mA/HART - tweedraads
Opmerkingen:
•
Overal, waar de sensor een constante waarde aangeeft, kan de
oorzaak ook in de storingsinstelling van de stroomuitgang op
"Waarde houden" liggen.
•
Bij te lage niveau-indicatie kan de oorzaak ook een te hoge kabel-
weerstand zijn
– Min-Max inregeling niet correct – Min-Max inregeling aanpassen
– Linearisatiecurve verkeerd
– Inbouw in bypass- of standpijp,
0
time
daardoor looptijdfout (kleine
meetfout nabij 100%/ grote fout
nabij 0%)
– Veelvoudige echo (tankdeksel,
productoppervlak) met ampli-
tude groter dan niveau-echo.
0
time
– Procesafhankelijk neemt de
amplitude van de niveau-echo
af
– Stoorsignaalonderdrukking
0
time
werd niet uitgevoerd
– Amplitude of plaats van een
stoorecho is veranderd (bijv.
condensaat, productafzettin-
gen); stoorsignaalonderdruk-
king past niet meer
– Stoorecho's in het nabijbereik
te groot resp. niveau-echo te
klein
– Sterke schuim- of wervelvor-
0
time
ming
– Max inregeling niet correct
– Tankbodemecho groter dan de
niveau-echo, bijv. bij producten
met ε
oplosmiddelen
0
time
8 Diagnose, Asset Management en Service
< 2,5 op olie gebaseerd,
r
Oplossen
– Linearisatiecurve aanpassen
– Paramtere Toepassing con-
troleren, resp. tankvorm, evt.
aanpassen (bypass, standpijp,
diameter)
– Parameter toepassing con-
troleren, speciaal tankdak,
mediumtype, bolle bodem,
hoge diëlektrische constante,
evt. aanpassen
– Stoorsignaalonderdrukking
uitvoeren
– Oorzaak van de veranderde
stoorsignalen bepalen, stoor-
signaalonderdrukking met bijv.
condensaat uitvoeren
Oplossen
– Stoorecho's in nabijbereik
wegnemen
– Meetsituatie controleren:
antenne moet uit de sok steken,
ingebouwde onderdelen
– Vervuilingen aan de antenne
oplossen
– Bij storingen door ingebouwde
onderdelen in het nabijbereik:
polarisatierichting veranderen
– Stoorsignaalonderdrukking
opnieuw uitvoeren
– Max.-inregeling aanpassen
– Parameters medium, tank-
hoogte en bodemvorm contro-
leren, evt. aanpassen
35