09
De audio-opties instellen
Er zijn een aantal extra geluidsinstellingen die u kunt maken in het menu AUDIO PARAMETER. De standaard-
waarden zijn vetgedrukt.
Belangrijk
! Als een instelling niet voorkomt in het menu AUDIO PARAMETER, is deze niet beschikbaar voor de huidige
bron, de huidige instelling en/of de status van de receiver.
1
Druk op
om de bedieningsstand van de receiver te kiezen en druk dan op
AUDIO PARAMETER.
Selecteer de instelling die u wilt aanpassen met i/j.
2
Afhankelijk van de huidige status / functie van de receiver kunt u bepaalde opties mogelijk niet selecteren. In de
volgende tabel vindt u hierover meer informatie.
3
Gebruik k/l om de benodigde instelling te maken.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare opties voor elke instelling.
4
Druk op RETURN om te bevestigen en het menu af te sluiten.
Audioparametermenu
Instelling
Functie
Hiermee selecteert u uw favoriete voorgedefinieerde MCACC-instel-
MCACC
ling wanneer meerdere voorgedefinieerde instellingen zijn opge-
(Voorgedefinieerde MCACC-
slagen. Wanneer een voorgedefinieerde MCACC-instelling van een
instelling)
andere naam is voorzien, wordt de nieuwe naam getoond.
EQ
Hiermee schakelt u de effecten van de EQ Pro in/uit.
(Akoestische kalibratie-EQ)
S-WAVE
Hiermee schakelt u de effecten van de Staande golf in/uit.
(Staande golf)
Voor schijven die een andere standaard dan fasesturing (Phase
Control) gebruiken, wordt het LFE-kanaal al bij de opname vertraagd.
Deze functie corrigeert voor het verschuiven van de fase op zulke
schijven.
Phase C+
Deze functie is vooral geschikt bij het afspelen van meerkanaalsmu-
(Fasesturing plus)
ziek die lagefrequentie-effecten (LFE) bevat.
Wanneer AUTO is geselecteerd, worden niet alleen de vertraging in
het lage bereik maar ook de polariteit en de correlatie gedetecteerd
om een optimaal effect te verkrijgen.
Bepaalde monitors hebben een kleine vertraging bij het vertonen van
DELAY
video, waardoor het geluid niet helemaal synchroon loopt met het
(Geluidsvertraging)
beeld. Door een kleine vertraging toe te voegen zorgt u ervoor dat het
geluid gelijk loopt met het beeld.
Hiermee past u de toonregeling voor hoge en lage tonen toe op een
TONE
(Toonregeling)
bron of negeert u deze volledig.
BASS
Hiermee past u de hoeveelheid lage tonen aan.
<a>
TREBLE
Hiermee past u de hoeveelheid hoge tonen aan.
<a>
Instelling
S.RTRV
(Auto Sound Retriever)
<b>
DNR
(Digitale ruisonderdrukking)
DIALOG E
(Dialog Enhancement)
<c>
Optie(s)
AScale
(Audio Scaler)
c M1. MEMORY 1 t/m
M6. MEMORY 6 d
Standaard-instelling:
M1. MEMORY 1
Hi-bit32
ON
<d>
OFF
ON
OFF
UpSampling
(bemonstering verhogen)
<d, e>
c AUTO/0 t/m 16
DFILTER
(ms) d
(Digitaal filter)
Standaardinstelling:
<d>
AUTO
PQLS
(Precisie-kwartsvergrendel-
systeem)
c 0 t/m 800 (ms) d
Standaard-instelling: 0
DUAL
(Dual mono)
BYPASS
ON
c –6 t/m +6 (dB) d
Standaard-instelling:
0 (dB)
Fixed PCM
c –6 t/m +6 (dB) d
Standaard-instelling:
0 (dB)
77
Andere functies gebruiken
Functie
Bij de Auto Sound Retriever-functie wordt DSP-verwerking gebruikt
om te compenseren voor het verlies van audiogegevens bij de com-
pressie, waardoor het gevoel, de dichtheid en de modulatie van het
geluid worden verbeterd.
Wanneer een speler die de Sound Retriever Link-functie ondersteunt
via HDMI op de receiver is aangesloten en dit onderdeel op ON is
ingesteld, wordt de bitsnelheid-informatie van het gecomprimeerde
audiobestand dat op de speler wordt afgespeeld verkregen via de
Control met HDMI-functie en wordt het geluid op basis van deze
informatie geoptimaliseerd (Sound Retriever Link).
Hiermee kunt u de geluidskwaliteit verbeteren van een bron met ruis,
zoals een videoband met veel achtergrondgeluid.
Dit werkt alleen bij 2-kanaals ingangssignalen.
Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsterings-
frequentie van 48 kHz of minder.
Hiermee plaatst u de dialogen in het middenkanaal, waardoor ze
duidelijker naar voren komen dan andere achtergrondgeluiden bij het
bekijken van TV-programma's of films. Wanneer u van UP1 via UP2 en
UP3 naar UP4 omhooggaat, lijkt het alsof de geluidsbron naar boven
wordt verschoven.
Wanneer AUTO wordt geselecteerd, worden Hi-bit32, UpSampling
en DFILTER automatisch optimaal ingesteld overeenkomstig de
bemonsteringsfrequentie en de bitrate van de 2-kanaals audiobron
om weergavegeluid van hoge kwaliteit te verkrijgen.
Hiermee krijgt u een breder dynamisch bereik bij digitale bronnen
als CD's, DVD's of BD's. Er wordt een meer soepele en subtiele
muziekexpressie verkregen door 16-bit, 20-bit en 24-bit PCM en ook
gecomprimeerde audiosignalen opnieuw te kwantificeren naar 32-bit
en de hogefrequentie-component te interpoleren tijdens de gegevens-
verwerking.
De bemonsteringsfrequentie van een 2-kanaals audiobron wordt
verhoogd tot het ingestelde meervoud om weergavegeluid van hoge
kwaliteit te verkrijgen.
Hiermee kiest u het digitale filtertype voor de AUDIO DAC (digitale
audio-omzetter). Er kan gekozen worden uit twee instellingen: SLOW
(zacht en warm) en SHARP (scherp en strak).
Hiermee wordt de PQLS-functie omgeschakeld tussen AUTO en OFF
(De PQLS-functie instellen
op
bladzijde
75).
Hiermee geeft u op hoe Dolby Digital-geluidsopnamen die gecodeerd
zijn in dual mono moeten worden weergegeven. Dual mono wordt niet
veel gebruikt, maar is soms nodig wanneer twee talen naar afzonder-
lijke kanalen moeten worden gestuurd.
Dit is bijvoorbeeld handig als het even duurt voordat met OFF het
PCM-signaal op een CD wordt herkend.
Wanneer ON is geselecteerd, kunt u ruis horen bij het afspelen van
niet-PCM-bronnen. Selecteer een ander ingangssignaal als dit een
probleem is.
Optie(s)
OFF
ON
OFF
ON
c OFF/FLAT/UP1/UP2/
UP3/UP4 d
Standaardinstelling:
OFF
MANUAL
AUTO
ON
OFF
x1 (uit)
x2
x4
SLOW
SHARP
AUTO
OFF
CH1 – Alleen kanaal 1 is
hoorbaar
CH2 – Alleen kanaal 2 is
hoorbaar
CH1 CH2 – Beide kana-
len zijn hoorbaar via de
voorluidsprekers
OFF
ON