4.
Zet de parkeerrem vrij.
5.
Neem het stuur vast en druk langzaam het linker-
of rechterpedaal in met de overeenkomende
voet, naargelang de richting die u uit wilt.
Opmerking:
Hoe verder u het pedaal indrukt,
hoe sneller u in de desbetreffende richting gaat.
6.
Om de machine te stoppen, moet u de
bedieningspedalen laten opkomen.
Belangrijk:
Druk de bedieningspedalen
niet te snel in. Dan bestaat het risico dat
u slipt en het gras onder de aandrijfrol of
het aandrijfsysteem beschadigt. Gebruik de
bedieningspedalen altijd op een beheerste
manier.
Opmerking:
Naarmate u vertrouwd raakt met
de machine, zult u beter kunnen inschatten
wanneer u de bedieningspedalen moet loslaten.
Dat doet u het best vóór het einde van de
werkgang: de machine blijft immers nog
eventjes rollen nadat u het pedaal losgelaten
hebt. Als u tot stilstand bent gekomen, drukt u
langzaam het andere bedieningspedaal in voor
de volgende werkgang.
7.
Draai het stuur naar rechts om de machine in de
richting vooruit te zetten.
Draai het stuur naar links om de machine in de
richting achteruit te zetten.
Opmerking:
Aangezien de richting verandert
aan het einde van elke werkgang, zult u moeten
wennen aan de besturing van de machine.
Belangrijk:
Als u de machine moet stoppen
in een noodgeval, drukt u het andere
bedieningspedaal naar de
Bijvoorbeeld: als het rechterpedaal ingedrukt
is en u dus naar rechts gaat, moet u het
linkerpedaal naar de
om de machine te doen stoppen. Doe dit
resoluut, maar niet te plots. De machine zou
immers opzij kunnen kantelen.
8.
Voordat u de bestuurdersstoel verlaat, moet u
de machine op een egale ondergrond parkeren
en de parkeerrem in werking stellen.
Tips voor bediening en
gebruik
•
Wanneer de machine op heuvels wordt bestuurd,
moet u ervoor zorgen dat de aandrijfrol zich aan
de lage kant van de helling bevindt voor voldoende
tractie. Indien u dit nalaat, kunnen er problemen
met de grasmat ontstaan.
•
Voor het beste roleffect kunt u van tijd tot tijd het
gras verwijderen dat aan de rollers vastplakt.
.
NEUTRAALSTAND
drukken
NEUTRAALSTAND
Na gebruik
Veiligheid na het werk
•
Zet de machine uit, verwijder het contactsleuteltje
(indien aanwezig) en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u
de bestuurderspositie verlaat. Laat de machine
afkoelen voordat u deze afstelt, reinigt, stalt of er
onderhoudswerkzaamheden aan verricht.
•
Verwijder gras en vuil van de geluiddemper en het
motorcompartiment om brand te voorkomen. Veeg
gemorste olie en brandstof op.
•
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in
een afgesloten ruimte stalt.
•
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten
voordat u de machine stalt of transporteert.
•
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de
buurt van een open vuur, vonken of een waakvlam
zoals die van een boiler of een ander apparaat.
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de
machine in goede staat verkeren en al het
bevestigingsmateriaal stevig vastzit.
•
Vervang versleten, beschadigde en ontbrekende
stickers.
De machine transporteren
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte bij
het laden van de machine op een aanhanger of
vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast.
19