6. INSTALLATIE
6.1. INLEIDING
Horizontale modellen formaat 04, 08, 16 en 21
Deze modellen zijn ontworpen voor hangende installatie aan een plafond of in een verlaagd plafond.
De modellen 04, 08, 16 en 21 zijn voorzien van vier metalen beugels; één voor elke hoek. Met behulp
van schroefstaven (Ø 8 mm) kunnen ze aan het plafond worden bevestigd en gericht.
De installateur moet controleren of de structuur van het plafond en de bevestigingselementen het
gewicht van het apparaat kunnen dragen, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat het een
dynamische belasting betreft.
Om overdracht van de trillingen van de unit naar de rest van de installatie te voorkomen, moet de insta-
llateur trillingsdempers in de steunen, fl exibele moffen tussen de unit en de luchtkanalen, en fl exibele
koppelingen tussen de wateraansluitingen en de leidingen, toepassen.
Verticale modellen van formaat 40 en 54
De verticale modellen formaat 40 en 54 worden geleverd met een montageframe. Het montageframe
moet in contact staan met de aarde of met een vlak oppervlak. Het is belangrijk dat het gewicht van de
apparatuur verdeeld is over alle steunpunten, om vervorming te voorkomen.
De installateur moet controleren of de structuur van het plafond en de bevestigingselementen het
gewicht van de unit kunnen dragen, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat het een
dynamische belasting betreft.
Model
4
8
16
21
6
Gewicht (kg)
147
183
235
333