09
! U kunt de virtuele surround-achterkanaalfunctie niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of
wanneer de stereofunctie, Geavanceerde voorpodium-surround, Sound Retriever Air of Directe stroom is geselecteerd.
! De stand voor virtuele surround-achterluidsprekers kan alleen worden gebruikt als de surround-luidspreker zijn ingeschakeld
en als SBis ingesteld op NO of als Front Bi-Amp, ZONE 2 of HDZONE is geselecteerd voor Speaker System. Deze stand kan
ook worden gebruikt als Speaker B is geselecteerd bij Speaker System en SP:dA+B ON is geselecteerd met de knop OUT P..
! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
l
! Dit kan worden ingesteld wanneer MANUAL is geselecteerd voor V.SPs.
! U kunt de functie virtueel hoogtekanaal niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of wanneer de
stereofunctie, Geavanceerde voorpodium-surround, Sound Retriever Air of Directe stroom is geselecteerd.
! U kunt de functie virtueel hoogtekanaal alleen gebruiken als de surroundluidsprekers zijn ingeschakeld en FH is ingesteld
op NO. De functie kan ook niet worden gebruikt bij de weergave van signalen die reeds informatie voor een hoogte-voorkanaal
bevatten.
! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
m ! Dit kan worden ingesteld wanneer MANUAL is geselecteerd voor V.SPs.
! U kunt de functie virtuele breedte niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of wanneer de
stereofunctie, Geavanceerde voorpodium-surround, Sound Retriever Air of Directe stroom is geselecteerd.
! U kunt de functie virtueel breedtekanaal alleen gebruiken als de surroundluidsprekers zijn ingeschakeld en FW is ingesteld
op NO. De functie kan ook niet worden gebruikt bij de weergave van signalen die reeds informatie voor een breedte-voorkanaal
bevatten.
! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
n ! Deze functie is alleen effectief bij materiaal met een bemonsteringsfrequentie van 48 kHz of minder.
! U kunt de functie virtuele diepte niet gebruiken wanneer de koptelefoon op deze receiver is aangesloten of wanneer de functie
Directe stroom is geselecteerd.
De video-opties instellen
Er zijn een aantal extra beeldinstellingen die u kunt maken in het menu VIDEO PARAMETER. De standaardwaar-
den zijn vetgedrukt.
Belangrijk
! Als MAIN/HDZONE is ingesteld op HDZONE, dan heeft de menu-instelling VIDEO PARAMETER alleen invloed
op het signaal van de aansluiting HDMI OUT 1.
En als HDZONE is ingesteld op ON, kan VIDEO PARAMETER niet worden ingesteld (werkt niet).
! Als een optie niet geselecteerd kan worden in het menu VIDEO PARAMETER, is deze niet beschikbaar voor de
huidige bron, de huidige instelling en/of de status van de receiver.
! Alle onderdelen kunnen worden ingesteld voor elke ingangsfunctie.
— Met de ingang voor alleen audio kan VIDEO PARAMETER niet worden ingesteld.
— En als HDZONE is ingesteld op ON, kan VIDEO PARAMETER niet worden ingesteld (werkt niet).
! Andere onderdelen dan V.CONV kunnen alleen worden ingesteld wanneer V.CONV op ON staat.
1
Druk op MAIN RECEIVER om de afstandsbediening over te schakelen naar de
bedieningsstand voor de receiver, en druk op VIDEO P..
2
Selecteer de instelling die u wilt aanpassen met i/j.
Afhankelijk van de huidige status / functie van de receiver kunt u bepaalde opties mogelijk niet selecteren. In de
volgende tabel vindt u hierover meer informatie.
Gebruik k/l om de benodigde instelling te maken.
3
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de beschikbare opties voor elke instelling.
4
Druk op RETURN om te bevestigen en het menu af te sluiten.
Videoparametermenu
Instelling
Functie
V.CONV
Hiermee zet u de videosignalen om voor uitvoer via de HDMI OUT
(Digitale video-omzetter)
1-aansluiting voor alle typen video (zie
<a>
Hiermee geeft u de uitgangsresolutie van het videosignaal op (wan-
RES
neer video-ingangssignalen bij de HDMI OUT-aansluitingen worden
(Resolutie)
uitgevoerd, stelt u dit onderdeel in overeenkomstig de resolutie van
<b>
uw monitor en de beelden die u wilt bekijken).
("576p" geeft de 480p/576p resolutie-instelling aan.)
Deze instelling optimaliseert de werking van het progressive scan-
PCINEMA
circuit voor het weergeven van filmmateriaal. Gewoonlijk moet u dit
(PureCinema)
onderdeel op AUTO instellen. Als het beeld onnatuurlijk is, schakelt u
<c, e>
over naar ON of OFF.
P.MOTION
Hiermee wordt de beweging en de kwaliteit van stilstaande beelden
(Progressieve beweging)
ingesteld wanneer de video-uitvoer op progressief is ingesteld.
<c, e>
Deze functie verbetert de elementen die de beeldkwaliteit in netwerk-
materiaal kunnen verminderen, zoals mosquito-ruis en blokruis.
Wanneer AUTO is geselecteerd, wordt de Stream Smoother-functie
STREAM
van dit apparaat automatisch ingeschakeld wanneer netwerkmateri-
(Stream Smoother)
aal wordt afgespeeld op een speler die Stream Smoother Link onder-
<e>
steunt en die via HDMI op dit apparaat is aangesloten (vooropgesteld
dat de geïntegreerde werking met de Control met HDMI-functie is
ingesteld). (Stream Smoother Link)
Stelt de optimale beeldkwaliteit in voor het type beeldscherm dat is
aangesloten. Selecteer PDP voor plasmaschermen, LCD voor vloei-
V.ADJ
bare kristalschermen (lcd), FPJ voor projectoren, PRO voor professi-
(Geavanceerde videoregeling)
onele monitoren. Als u de instellingen voor de beeldkwaliteit aan uw
eigen smaak wilt aanpassen, selecteert u MEMORY.
Hiermee wordt de ruis in het luminantiesignaal (Y) verminderd.
c
YNR
<d, e>
d
(De afbeelding is alleen een voorbeeld voor het illustreren van het
effect.)
69
Andere functies gebruiken
Optie(s)
ON
bladzijde 23
).
OFF
AUTO
PURE
576p
720p
1080i
1080p
1080/24p
4K
4K/24p
AUTO
ON
OFF
c –4 t/m +4 d
Standaard-instelling: 0
OFF
ON
AUTO
PDP
LCD
FPJ
PRO
MEMORY
c 0 t/m +8 d
Standaard-instelling: 0