Inhoudsopgave
Advertenties
MENU INSTELLINGEN
Buitentemp
voetpunt
Aanvoertemp
voetpunt
Buitentemp kli-
maatpunt
Aanvoertemp
klimaatpunt 80°C
Kromming stook-
lijn
Bovenstaande menu-items zijn bij enkele Regelingen alleen zichtbaar als men
gebruikmaakt van een interne stooklijn en/of de buitentemperatuur.
In fig. 7.3 zijn twee stooklijnen getekend. Een stooklijn met krommingsfactor 1 en een
stooklijn met krommingsfactor 1,33. Naast de kromming heeft ook de gewenste
ruimtetemperatuur invloed op het verloop van de stooklijn. Door wijziging van de
gewenste ruimtetemperatuur treedt een parallel verschuiving van de stooklijn op. Bij
een hogere wenswaarde schuift de stooklijn omhoog en bij een lagere wenswaarde
naar beneden. In fig. 7.4 zijn de stooklijnen voor een gewenste ruimtetemperatuur
van 22 °C en voor een gewenste ruimtetemperatuur van 18 °C toegevoegd.
68
De waarde van de buitentemperatuur bij het voetpunt
dient in de meeste gevallen op dezelfde waarde te
20°C
worden ingesteld als de gewenste ruimtetemperatuur
tijdens dagbedrijf.
Bij radiatorenverwarming is deze waarde meestal gelijk
aan de bij
20°C
Bij convectorenverwarming is een hogere instelling aan
te bevelen.
Stel deze temperatuur in op de conditietemperatuur
(klimaatzone) waarop de installatie is ontworpen.
-10°C
Stel deze waarde in op de selectietemperatuur van de
radiatoren e.d.
De krommingsfactor van de stooklijn staat ingesteld op
1.33. Dit is gebaseerd op de karakteristiek van een
1.33
DIN-radiator.
Richtwaarden krommingsfactor:
• Radiatoren
• Convectoren
• Vloerverwarming
Gewenste aanvoertemperatuur
Buitentemp voetpunt
:1,25 - 1,35
:1,40
:1,1
ingestelde waarde.
Deel III: Referenties
Advertenties
Inhoudsopgave
