3.
Klik op de knop waarmee u het dialoogvenster Eigenschappen opent.
Afhankelijk van uw softwaretoepassing heeft deze knop de naam Eigenschappen, Opties,
Printerinstellingen, Printereigenschappen, Printer of Voorkeuren.
4.
Selecteer de gewenste opties.
Selecteer in het tabblad Indeling de afdrukstand Staand of Liggend.
●
Selecteer in het tabblad Papier/kwaliteit de juiste papiersoort en afdrukkwaliteit in de
●
vervolgkeuzelijst Afdrukmateriaal.
Klik op de knop Geavanceerd en selecteer vervolgens het juiste papierformaat uit het
●
vervolgkeuzemenu Papierformaat.
5.
Selecteer in het tabblad Indeling Aan de lange zijde overslaan of Aan de korte zijde overslaan in
het vervolgkeuzemenu Dubbelzijdig afdrukken.
6.
Klik op OK om af te drukken.
OPMERKING:
om enkele seconden te wachten. De printer zal dan automatisch het papier terug in de printer
laden om op de andere zijde af te drukken. U hoeft het papier niet manueel te herladen.
OPMERKING:
u ervoor zorgen dat u de juiste taal en regio hebt geselecteerd. Selecteer op het printerbeeldscherm
Instellingen en kies dan Voorkeuren. Kies uw taal en vervolgens de regio uit de gegeven opties. De
juiste instellingen voor Taal / regio garanderen dat de printer beschikt over de juiste
standaardpapierformaten.
NLWW
Nadat een pagina van het document werd afgedrukt, zult u gevraagd worden
Indien uw afgedrukte documenten niet overeenstemmen met de papiermarges, moet
Documenten afdrukken
13