GEBRUIK
6
Functie
C3._.2 Meetwaarde
C3._.3 Afslag bij lage
flow*
C2._.4 Dempen*
C3._.5 Voorkeuzewaarde
C3._.6 Teller nullen
C3._.7 Teller instellen
C3._.8 Teller stoppen
C3._.9 Teller starten
C3._.10 Informatie
C4.0.0 HART
C4.1.0 HART
C4.2.0 Lusstroommodus
C4.3.0 Identificatie
C4.3.1 Adres
C4.3.2 Tag
78
Beschrijving en selectie
Selectie van de meting voor de teller.
Selecteer: Volumeflow / Massaflow
Afhankelijk van de instellingen voor de concentratiemeting zijn de volgende metingen
mogelijk:
Conc. massaflow 1 / Conc. massaflow 2 / Conc. volumeflow 1 / Conc. volumeflow 2
Stelt de meting in op "0" voor lage waarden.
x,xxx ± x,xxx%; bereik: 0,0...20%
(1ste waarde = schakelpunt / 2de waarde = hysterese), voorwaarde: 2de waarde ≤ 1ste
waarde
NB: Alleen beschikbaar wanneer de expertmodus is ingeschakeld in C6.4.5!
Bereik: 0,0...100 s
NB: Alleen beschikbaar wanneer de expertmodus is ingeschakeld in C6.4.5!
Als deze waarde wordt bereikt, positief of negatief, wordt er een signaal gegenereerd dat
kan worden gebruikt voor een statusuitgang waarop "Voorinstelling Teller X" moet worden
ingesteld.
Vooringestelde waarde (max. 8 tekens) x,xxxxx in geselecteerde eenheid, zie C6.5.10 en +
13
Reset teller _?
Selecteer: Nee / Ja
Stel teller _ in op de gewenste waarde.
Selecteer: Afbreken (functie afsluiten) / Waarde instellen (opent de editor om het gegeven
in te voeren)
Vraag: Teller instellen?
Selecteer: Nee (functie afsluiten zonder de waarde in te stellen) / Ja (stelt de teller in en
sluit de functie af)
Teller _ wordt gestopt en toont de huidige waarde.
Selecteer: Nee (sluit de functie af zonder de teller te stoppen) / Ja (stop de teller en sluit de
functie af)
Start teller _ nadat de teller gestopt is.
Selecteer: Nee (sluit de functie af zonder de teller te starten) / Ja (start de teller en sluit de
functie af)
Serienummer van de I/O printplaat, versienummer van de software en productiedatum van
de printplaat.
Selectie / weergave van de 4 dynamische variabelen (DV) voor HART
®
De HART
-stroomuitgang (klem A voor basis-I/O's of klem C voor modulaire I/O's) heeft
altijd een vaste koppeling naar de primaire variabelen (PV). Vaste koppelingen van de
andere DV's (1-3) zijn alleen mogelijk als er aanvullende analoge uitgangen
(frequentieuitgangen) beschikbaar zijn. Is dat niet het geval, dan kan de meetwaarde vrij
worden geselecteerd in de lijst onder "A3.2.0 Meetwaarde".
®
Schakel HART
-communicatie aan/uit:
®
Selecteer: Aan (HART
geactiveerd; het mogelijke stroombereik voor de stroomuitgang is
4...20 mA ) / Buiten werking (HART
stroomuitgang is 0...20 mA)
Lusstroommodus configureren.
Selecteer: Buiten werking = Multidropmodus / Aan = Stroomsignaalmodus
Stel adres in voor werking van HART
Selecteer: 00 (punt-tot-punt werking; stroomuitgang heeft normale functie,
stroom = 4...20 mA) / 01...15 (multidrop-modus; stroomuitgang heeft een constante
instelling van 4 mA)
Meetpuntidentificator (Tagnr.) (ook voor werking van HART
het LC-display (tot 8 tekens).
www.krohne.com
®
niet geactiveerd, het mogelijke stroombereik voor de
®
.
®
01/2023 - 4005498004 - MA MFC400 ER2.x R10 nl
MFC 400
®
.
) verschijnt in de kopregel van