GEBRUIK
6
Stroom-
Onderlimiet
span
(Q
)
LL
4...20
3,8
0
0...20 ①
Aangepast
Aangepaste waarden
Tabel 6-24: Limietwaarden
① Alleen beschikbaar als HART is uitgeschakeld of niet beschikbaar is voor de respectievelijke stroomuitgang
② Signalen voor lage flows worden niet aanbevolen voor een stroomspan van 0...20 mA
Wanneer de boven- of onderlimiet wordt bereikt, wordt de status "Buiten specificatie" getoond,
maar wordt er geen alarmsignaal geactiveerd. Alle stroomuitgangen detecteren een
onderbreking of fouten in de uitgangsstroom als gevolg van overschreden belastingswaarden.
6.6.5 Alarmsignalering via stroomuitgangen
Stroomuitgangen geven alarmen af via boven- en onderwaarden voor stroom.
Het alarmsignaal is standaard ingesteld voor toesteldefecten, d.w.z. het statussignaal voor
fouten is ingesteld.
Wanneer er extra statussignalen moeten worden toegevoegd, kan de foutconditie als volgt
worden gewijzigd:
Alarm conditie
Uitval
Buiten specificatie
Tabel 6-25: Alarmcondities
6.6.6 Pulsuitgang en batchtoepassingen
Pulsuitgangen van de signaalomvormer zijn ontwikkeld voor minimale latentie en geschikt voor
gebruik in combinatie met pulstellers (mechanisch, digitaal) of bewijssystemen (bijv. voor kleine
volumes).
Selecteer de maximale uitgangsfrequentie voor uw teller.
Sommige overdrachtstoepassingen vereisen pulsuitgangen met twee fasen. Daarom kunnen
pulsuitgangen van twee klemmen worden gekoppeld. Klemmenparen A en B of D en B kunnen
worden gebruikt.
In dit geval is de frequentie begrensd op een maximum van 5000 Hz.
Voer in dit geval de volgende instellingen uit:
• Configureer pulsuitgangsklem A of D
• Zet "Uitgang B" in de faseverschuivingsmodus; dit kan door in menu C2.3.10 de standaard
pulsuitgang (A of D) te kiezen. Alle functies voor uitgang B worden ingesteld met uitgang D of
uitgang A.
• Faseverschuiving relatief ten opzichte van uitgang A: stel de faseverschuiving (0°, 90° of 180°)
in via menu C2.2.10
Faseverschuiving relatief ten opzichte van uitgang D: stel de faseverschuiving (0°, 90° of 180°)
in via menu C2.4.10
100
Ondereind-
Boveneind-
punt (Q
)
punt (Q
LE
[mA]
4,0
20,0
0
20,0
Waargenomen statussignalen
Uitval
Uitval of buiten specificatie
www.krohne.com
Bovenlimiet
)
(Q
)
UE
UL
20,5
20,0
01/2023 - 4005498004 - MA MFC400 ER2.x R10 nl
MFC 400
Alarm "laag"
Alarm "hoog"
3,5
21,5
21,5
0 ②
Aangepaste waarden