Inhoudsopgave
Advertenties
Raster-tabel Systeem 32
0
1
2
3
0
0
32
64
96
1
320 352 384 416 448 480 512 544 576 608
2
640 672 704 736 768 800 832 864 896 928
3
960 992 1024 1056 1088 1120 1152 1184 1216 1248
4
1280 1312 1344 1376 1408 1440 1472 1504 1536 1568
5
1600 1632 1664 1696 1728 1760 1792 1824 1856 1888
6
1920 1952 1984 2016 2048 2080 2112 2144 2176 2208
7
2240 2272 2304 2336 2368 2400 2432 2464 2496 2528
8
2560 2592 2624 2656 2688 2720 2752 2784 2816 2848
9
2880 2912 2944 2976 3008 3040 3072 3104 3136 3168
6.8 Beslagen boren en indrukken
Montage van de indrukbeugel / verwerking van beslagen
1. Plaats het overeenkomstige indrukaggregaat op de
booraandrijving. De schakelaar
staan opdat het verticale aggregaat kan worden aangestuurd.
2. In het overeenkomstige booraggregaat worden afhankelijk van
het boorbeeld een grote boor rechtsdraaiend en twee kleine
boren linksdraaiend ingespannen. Alle niet met boren uitgeruste
boorhouders moeten met kappen worden afgesloten zodat de
stifttappen er zich niet kunnen uitwerken en een doeltreffende
bescherming tegen bevuiliging bestaat.
3. Boordiepte m.b.v. de kartelmoer op de schroefdraadstang
aan de hand van de schaal afstellen.
(Deurdikte - boordiepte = schaalmaat).
Kartelmoer met contramoer vastschroeven.
4. Positioneer het werkstuk en de neerhouderarmen zodat het
werkstuk tijdens de bewerking niet verschuift. Plaats de
schakelaar
op de positie naar rechts "Boren en beslagen
indrukken". Zo blijven de neerhouderarmen gespannen om het
werkstuk tijdens het indrukproces in positie te houden.
5. Wanneer u nu het aggregaat op boor- en indrukpositie heeft
gebracht, kan u de boorslag in werking zetten m.b.v. de
schakelaar
zie afbeelding 6.1-A.
6. De startknop zolang bedienen tot de boordiepte is bereikt.
Laat de startknop los. De booreenheid gaat terug naar de
uitgangspositie.
Attentie:
Proefboring uitvoeren! Maten controleren!
Waarschuwing:
In het bereik van de boorkop geen aanslagen plaatsen omdat anders
ernstige schade kan ontstaan, b.v. aan de boorassen.
7. De indrukmatrijs voor het overeenkomstige beslag op de
zwenkbeugel postioneren, in de slobgaten tot aan de aanslag
naar boven schuiven en m.b.v. de twee binnenzeskantschroeven
aanhalen.
8. Het beslag in de matrijs leggen en met de handhefboom over
het boorgat zwenken.
Belangrijk:
Bij gebruik van de indrukbeugel moet deze steeds naar voren
naar de gebruiker tonen! Indrukken met een aandrijving die
90° is verplaatst is niet mogelijk.
4
5
6
7
8
128 160 192 224 256 288
moet op de positie verticaal
9. Het indrukproces in werking zetten door de taster
bedienen en door los te laten opnieuw beëindigen. De startknop
steeds zo lang bedienen tot de boor-/ indrukdiepte is bereikt.
9
Matrijs naar boven zwenken. Neerhouders m.b.v. van de gele
knop losmaken. Werkstuk wegnemen.
Waarschuwing:
Let erop dat tijdens de bediening van de handtaster zich geen
handen in de gevarenzone van de boren, neerhouders of de
indrukbeugel bevinden. Controleer dat alleen maar het werkstuk
zich in het werkbereik van de machine bevindt! Wees niet met
de handen in het werkbereik van de machine bezig tijdens het
boor- en indrukproces!
STOP (NOOD-UIT)
In noodsituaties moet op de STOP-schakelaar worden gedrukt.
Deze zorgt voor een terugslag van de boorkop en het uitschakelen
van de motor en voorkomt een onopzettelijke ingebruikneming.
Door de knop naar rechts te draaien wordt de schakelaar opnieuw
gedeblokkeerd.
6.9 Afstelling van de boorslag
De snelheid van de boorslag kan u aan een regelventiel afstellen.
Het regelventiel vindt u aan de achterkant van de Blue Max.
Maak hiervoor de contramoer los. Door aan de afstelschroef
te draaien kan u de doorstroomsnelheid wijzigen.
1. Snelheid verhogen:
Contramoer losmaken en de afstelschroef naar links draaien.
Daarna de contramoer opnieuw op de afstelschroef schroeven
en een proefboring uitvoeren.
2. Snelheid verlagen:
Contramoer losmaken en de afstelschroef naar rechts draaien.
Daarna de contramoer opnieuw op de afstelschroef schroeven
en een proefboring uitvoeren.
Belangrijk:
Wijzig het regelventiel niet tijdens de werking. De machine
moet voor wijzigingen aan het regelventiel van stroom en
perslucht worden afgeschakeld.
6.9-A (Aanzicht van achteraan)
te
21
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
