4.9 Opstellen
a) Aanslagliniaal (Basic)
Kruisteugels losmaken en het aanslagliniaal met de klemstenen
in de bovenste groef van het aluminium voetprofiel tot aan de
schaal inschuiven en kruisteugels vastdraaien.
b) Werktafel (Basic)
De twee voorste opdekprofielen met cilinderkopschroeven M5 x 35
losjes op de klemrail plaatsen en in de bovenste groef van het
aluminium voetprofiel inschuiven. Opdekprofiel met schaal naar voor
tonend plaatsen, daarbij de centreerpinnen rechts en links in de
boring in het voetprofiel indrukken. Schroeven M 5 x 35 indraaien
en alle schroeven aanhalen. Kunststof profielen aan het eind van de
profielen aanzetten en met een afgeronde houtblok in volgorde van
lengte indrukken.
c) Houten booronderlaag opsteken (Basic)
d) Aanslagliniaal-tafelverlenging (Toebehoren)
Links en rechts met verbindingshoeken op de basisprofielen steken
en schroeven aanhalen. Bij het schaalprofiel eventueel voor R of L
de verbindingshoek draaien. De uiteinden m.b.v. schraag stutten
(indien besteld).
e) Neerdrukarmverlenging (Toebehoren)
Kruisteugel van de rechterneerdrukarm uitdraaien en op dezelfde
plaats de verlengingsarm bevestigen. Nu de neerdrukarm m.b.v.
binnenzeskantschroef aan de verlenging aanbrengen. De aanslagpin
in de arm moet naar de boorkop tonen opdat de arm niet onder de
boorkop kan zwenken.
f) Montagehandleiding afzuiging zonder horizontale
booraandrijving
De afzuiging van achteren tegen het aanslagliniaal plaatsen en
m.b.v. schroefset monteren. De montage wordt makkelijker wanneer
het aanslagliniaal tevoren tot aan het van schaal voorziene
tafelliniaal wordt getrokken.
5.0 Werkvoorbereiding
Attentie:
Op de STOP-schakelaar drukken, de hoofdschakelaar uitschakelen
en de netstekker uittrekken alvorens de machine om te bouwen!
5.1 Boordiepte afstellen
(verticale booraandrijving)
5.1-A
De schaal van de boordiepte
voor standaardboren (57 mm nominale lengte). Bij afwijkende
boorlengtes kan de boordiepte worden gewijzigd m.b.v. de
contramoer aan de boordiepte-afstelling (zie 5.4). Door het
verdraaien van de bovenste kartelmoer op de schroefdraadstang
(afbeelding 5.1-A) kan de boordiepte worden gewijzigd.
Het onderste vlak van de kartelmoer dient als afleesmerkteken.
Eén rastermaat van de kartelmoer stemt overeen met een wijziging
1
is tijdens de productie ingesteld
van 0,2 mm in de hoogte. Eén volledige omwenteling van de
kartelmoer zorgt dus voor een wijziging in de hoogte van 2mm.
De schaal toont de resterende maat tussen snijkant en opdekvlak.
B.v. plaatdikte = 19 mm - gewenste boordiepte = 13 mm;
instelling op de schaal = 6 mm
Boorslagbeperking
De terugloop van de boorslag kan worden beïnvloed door een
kartelmoer die zich aan de achterkant van de machine onder
de boordiepte-instelling bevindt.
Verwerkt u een plaatdikte van 25 - 50 mm dan moet de doorn
(gele pijl) worden uitgeschroefd om een grotere terugtrekhoogte
van de boorkop te garanderen.
Verwerkt u een plaatdikte van 12 - 35 mm dan moet de doorn
in de opname zijn.
5.2 Boorhoogte en boordiepte afstellen
(horizontale booraandrijving)
5.2-A
Boorhoogte afstellen
De schaal van de boorhoogte om horizontaal te boren
tijdens de productie op de onderste rand van het opdekvlak
afgesteld. Wanneer dus een 19mm dikke plaat horizontaal centrisch
moet worden geboord, moet 9,5mm worden ingesteld. Maak
daarvoor de contramoer los en draai de kartelmoer op de gewenste
hoogtemaat. Aflezen en vastschroeven zoals bij het afstellen van de
verticale boordiepte.
2
3
werd
NL
11