Inhoudsopgave
Advertenties
6.3.1 Absolute maat
Na de ingebruikneming bevindt het meetdisplay zich in de modus
"Absolute maat". Hier wordt de verrekende positiewaarde getoond
(zie berekening van de displaywaarde).
Het is noodzakelijk het meetsysteem in de volgende gevallen te
kalibreren:
• na de eerste ingebruikneming
• na het uitwisselen van de backup batterij
• wanneer de sensor in een positie buiten de montagetoleranties
werd gebracht.
De kalibrering gebeurt door op de toets
wordt de positiewaarde op de waarde van het Offset (Default = 0)
gezet. In afhankelijkheid van de parameter "Reset Delay" reageert de
toets op een korte druk of vertraagd.
6.3.2 Ketenmaat
Wissel in de modus "Ketenmaat":
Door kort op de toets
te drukken. In het display verschijnt nu de
waarde "0".
Terugkeren naar de modus "Absolute maat":
Opnieuw op de toets
drukken. Wijzigingen van de positiewaarde
worden overgenomen.
Attentie!
Een druk op de toets
in de modus "Ketenmaat" zorgt
eveneens voor een wissel naar "Absolute maat", dan wordt het
display tegelijkertijd opnieuw gekalibreerd.
6.3.3 Offsetinvoer
Toegang tot de modus "Offset invoer":
Door lang op de toets
te drukken.
Programmering van de offset waarde:
De waarde wijzigen m.b.v. de toetsen
drukken wordt de waarde slechts met één increment gewijzigd, door
lang te drukken (snelle loop) worden de getallen snel verlaagd of
verhoogd.
Overnemen van de geprogrammeerde offset waarde:
Opnieuw op de toets
drukken. De wijziging wordt overgenomen
en de modus wisselt opnieuw naar "Absolute maat". Nadat
displayparameters werden geprogrammeerd (zie programmering
van de gebruikersparameters) of na een "PowerOn" (batterijwissel)
bedraagt de offset waarde = 0.
6.3.4 ERROR
De MA508 wordt in de toestand "ERROR" geplaatst onafhankelijk of
het display aan- of uitgeschakeld is. Bij ingeschakeld display wordt
de status "ERROR" door een gelijkluidende tekst op het display
gesignaleerd.
Attentie!
Zodra de status "ERROR" plaatsvindt, worden wijzigingen van de
positie niet meer geregistreerd.
Mogelijke oorzaken voor de status ERROR:
1. De afstand tussen magneetband en het sensoraftastvlak ligt
buiten de montagetolerantie -> uitlijning en montagetoleranties
magneetsensor / band controleren en indien nodig opnieuw
justeren.
2. Overschrijdt de absolute teller de waarde +99'999 of wordt de
waarde -99'999 onderschreden, wordt de waarde "FULL"
getoond wanneer het display is aangeschakeld. Intern worden
positiewijzigingen verder geteld. Van zodra de interne teller
echter de waarde ±180'000 overschrijdt, wisselt het display in
de modus „ERROR". -> Wanneer het waardebereik is
overschreden moet de parameter interpolatiestappen/pool
worden gereduceerd (zie parameterbeschrijving: resolutie of
interpolatiestappen/pool).
3. De maximum mogelijke rijsnelheid van de sensor werd
overschreden. -> Snelheid reduceren
te drukken. Daardoor
(+) en
(-). Door kort te
De status "ERROR" ongedaan maken:
Display aanschakelen (toets
positioneren en op de toets
Met de parameter "Reset Delay" kan worden bepaald of de toets bij
korte aanraking reageert of pas na ca. 2 sec. (aanrakingsbeveiliging).
Voor zover niet de LC-display modus "LCD is steeds aangeschakeld"
("Lc.On") werd geprogrammeerd, heeft de "ERROR" status een
directe uitwerking op het gedrag van het display (zie parame-
terbeschrijving):
• aanschakelen is slechts mogelijk m.b.v. toets
• sensorbewegingen worden niet meer geëvalueerd
6.3.5 Foutbehandeling
Foutbeschrijving:
• Indicatie "ERROR" kan niet worden gewist.
Mogelijke oorzaken / hulp:
• Afstand of hoek tussen actief sensorvlak en magneetband
ligt buiten de montagetoleranties.
Foutbeschrijving:
• Indicatiewaarde stemt niet overeen met de positie nadat het
systeem werd gekalibreerd en de sensor werd bewogen.
Mogelijke oorzaken / hulp:
• Parameterresolutie controleren en controleren of bruikbaar
voor de toepassing.
• Afstand of hoek tussen sensorvlak en magneetband optimeren.
Foutbeschrijving:
• Na het aanschakelen van het LC-display verschijnt het
batterijsymbool.
Mogelijke oorzaken / hulp:
• Toestel naar HETTICH sturen om de batterij uit te wisselen.
6.3.6 Batterijspanning
Van zodra de batterijspanning een gedefinieerde drempelwaarde
onderschrijdt, wordt dit in het display door een symbool
gesignaleerd. In dit stadium is de functie van het meetdisplay
voor een beperkte tijd gegarandeerd, evenwel moet de batterij
zo snel mogelijk door HETTICH worden vervangen.
6.4 Aggregaten
positioneren / rupsaandrijving
(Basic Plus, Advanced Plus, Professional)
Positionering in Y-richting:
Om de aggregaten in de Y-richting te positioneren bestaat de
mogelijkheid de gebruikelijkste randafstanden m.b.v. de Y-aanslagen
sneller vooraf in te stellen.
6.4-A
), de sensor op het kalibreerpunt
drukken.
NL
17
Advertenties
Inhoudsopgave
