(4)
Controleer om er zeker van te zijn dat het
laden klaar is.
Wanneer het laden klaar is gaan het
acculadingsindicatielampje en het
laadlampje (groen) op de lader uit.
Als het laden klaar is kunt u de geladen
capaciteit controleren door op de
indicatieschakelaar van de accu te drukken.
Als niet alle lampjes aangaan kan het vol-
gende aan de hand zijn:
• Tijdens het laden is de temperatuur van de
accu zeer hoog geworden waardoor het
beveiligingsmechanisme het laadproces
heeft afgebroken.
• De accu is verder verouderd en de capaci-
teit is afgenomen.
en dergelijke.
(5)
Haal de stekker uit het stopcontact.
(6)
Neem de accu van de lader.
Wanneer u de accu nu wilt opbergen moet u
de beschermkap erop zetten.
● Gebruik de beschermkap bij het opbergen van de ontkoppelde accu.
Open contacten kunnen kortsluiting veroorzaken en dat kan leiden tot brand of scheuren
in de accu.
7
● Trek niet aan het netsnoer. Het snoer kan kapot gaan.
TIP
Wanneer u de accu niet kunt opladen
Zie "13. Problemen oplossen" op pagina 76.
50
Opladen is klaar
WAARSCHUWING
LET OP
LADEN
VERVERSEN
Alle lampjes gaan uit
Opladen is klaar
Alle lampjes gaan uit
80 – 100%
60 – 80%
40 – 60%
20 – 40%
0 – 20%
(knippert bij ong. 10%)
Indicatieschakelaar