(4)
Wielen
Controleer de wielen op beschadigingen en
vervorming.
Controleer het gebied waar de wielen en het frame
bij elkaar komen op wiebelen.
Controleer of de spaken allemaal heel zijn.
(5)
Zwenkwielen
Controleer of het profiel van de banden voldoende diepte heeft.
Controleer of de banden niet beschadigd zijn.
Controleer de vorken op scheurtjes.
Controleer of de moeren vastzitten.
3
● Wanneer de luchtdruk in de achterbanden te laag is, kunnen de parkeerremmen slechter
functioneren. Zorg dat de luchtdruk in de achterbanden altijd goed is.
● Wanneer u een rolstoel met een probleem in het rolstoelframe of de wielen blijft
gebruiken, kan dat leiden tot plotselinge schade aan de rolstoel tijdens rijden, voorover
kantelen of omvallen.
● Indien u tijdens deze inspecties iets ongewoons tegenkomt, moet u contact opnemen
met uw dealer.
3.2. Controleer uw kleding
Draag lichtgekleurde, goed zichtbare kleding wanneer u de rolstoel gebruikt. Gebruik de rolstoel niet
wanneer u kleding draagt die daarvoor niet geschikt is. Kijk bij "1.5.5. Algemeen gebruik" (pagina 8).
● Draag geen kleding die niet veilig is voor rolstoelgebruik.
Indien u de rolstoel gebruikt met dit soort kleding, kunnen u of anderen bij u in de buurt
letsel oplopen.
32
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Spaken
Wiel