4) Gevoeligheidsniveau
Via het gevoeligheidsniveau kan de gebruiker het trillingsniveau dat is toegestaan tijdens het
zelfnivelleren of het instellen van het afschot selecteren. Stel een gevoeligheidsniveau in dat
geschikt is voor de locatie waar met het instrument wordt gewerkt, zoals plaatsen waar veel
trillingen voorkomen en houd ook rekening met de werkingsnauwkeurigheid.
Er kunnen twee gevoeligheidsniveaus worden ingesteld, zijnde zware en lichte trillingen.
Bij handmatig instellen stopt de functie voor zelfnivelleren.
Gebruik de handmatige instelling uitsluitend onder speciale omstandigheden voor
het gevoeligheidsniveau. Als handmatige instelling is geselecteerd, werkt de
zelfnivelleringsfunctie niet. De nauwkeurigheid van de afschotinstelling is dus
absoluut niet gegarandeerd. De handmatige instelling zal ook de instelling voor
het X- en Y-afschot uitschakelen.
34
Zware trillingen
Lichte trillingen
Handleiding