TABEL 2
Slagboom met as (XBA12)
Snelheid niveau 3
Snelheid niveau 2
Onderbreking manoeuvre door Foto > 10%
Onderbreking manoeuvre door Alt > 10%
Mobiel steunpunt (XBA11)
Rem
Kracht van 7 of 8
Kracht van 5 of 6
Aanwezigheid zilte lucht
Aanwezigheid stof of zand
Rek
Omgevingstemperatuur hoger dan 40° of lager dan 0° C
TABEL 3 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels (afb.1)
Aansluiting
A: Netvoedingskabel
B: BlueBus-kabel
C: sleutelschakelaar
Kabel Open-ingang
Kabel Sluit-ingang
Kabel knipperlicht (opmerking 4)
met antenne
Kabel verklikker slagboom open (opmerking 4)
Slagboomlichten (opmerking 4)
Kabel Loop Detector
Kabel Master/Slave
LET OP! – De gebruikte kabels moeten geschikt zijn voor het type omgeving waarin de installatie plaatsvindt.
Opmerking 1 – Als de voedingskabel langer dan 30 m is, dient een kabel met grotere doorsnede te worden gebruikt (3x2,5 mm
de nabijheid van de automatisering een veiligheidsaarding te installeren .
Opmerking 2 – Als de BlueBus-kabel langer dan 20 m is (maximaal 40 m), moet er een kabel met grotere diameter worden gebruikt (2x1 mm
Opmerking 3 – Deze 2 kabels kunnen worden vervangen door 1 enkele kabel van 4x0,5 mm
Opmerking 4 – Controleer voordat de aansluiting tot stand wordt gebracht of de uitgang geprogrammeerd is voor het aan te sluiten apparaat (zie paragraaf
6 .2 - tabel 8) .
Opmerking 5 – Draai de twee uiteinden die uit de spiraal steken ten minste 20 keer per meter .
3.3 - Controles ter voorbereiding van de installatie
3.3.1 - Het schema voor de plaatsing van ieder onderdeel van de installatie
bepalen
Bepaal min of meer de stand waarin ieder component van de installatie geïnstalleerd
zal worden, raadpleeg het standaard schema van afb. 1 . Het schema toont de com-
ponenten die in de verpakking aanwezig zijn (afb. 3): [a] slagboomopener met inge-
bouwde regeleenheid; [b] steun en afdekking slagboom; [c] 2 dozen voor fotocel-
len; [d] 4 elementen voor de bevestiging van de slagboom; [e] vaste dop slagboom;
2 bevestigingselementen rubberen stootblokken; 2 bevestigingselementen zonder
rubberen stootblokken; [f] sleutel voor de handbediende vergrendeling en ontgren-
deling van de slagboom; metalen schroeven, ringen, enz .; [g] bodemplaat; [h] 4 be-
vestigingsbeugels .
3.3.2 - Het traject van de verbindingskabels bepalen
LET OP! - Breng het uiteinde van de kabelbuizen aan in de buurt van de punten
waar de verschillende systemen zullen worden bevestigd . Opmerking: De buizen
beschermen de elektriciteitskabels tegen accidentele breuk door, bijvoorbeeld, sto-
ren . Voor het prepareren van de kabels die nodig zijn voor uw installatie, raadpleegt u
afb. 1 en "Tabel 3 - Technische gegevens van de elektriciteitskabels" .
3.3.3 - a) - Plaats de balansveer ter hoogte van het gewicht van de slagboom
voorzien van alle accessoires. b) - Stel de sluitrichting van de slag-
boom in: links of rechts van de motor.
De slagboomopener wordt in de fabriek als volgt ingesteld:
– balansveer verankerd in de niet-definitieve openingen .
– sluitbeweging slagboom naar links .
Deze instellingen zijn willekeurig . Verricht daarom de volgende controles om te bepa-
len of u ze al dan niet moet wijzigen (stel vast of de veer in andere gaatjes op de ba-
lanshendel en de voetplaat van de slagboomopener moet worden bevestigd) .
• Als u een enkel accessoire monteert, zoek in het hokje "A" van Tabel 4 het mo-
del van uw slagboomopener, de voorziene lengte en het accessoire dat u erop wilt
monteren . Lees vervolgens in de tabel het letter en het nummer van de gaatjes voor
de verankering van de veer .
• Als u echter verschillende accessoires wilt installeren, zoek in het hokje"B" van de
Tabel 4 het model van de slagboomopener, de lengte en het soort en aantal acces-
soires dat u erop wenst te monteren . Tel vervolgens de nummers op die u tussen de
haakjes van de verschillende accessoires treft . Gebruik uitsluitend het resultaat van
de optelsom om onderaan in het hokje "B" de letter en het nummer van de hokjes
voor de bevestiging van de veer vast te stellen .
• Als de slagboom rechts van de motor moet sluiten, moet u de haak van de veer
naar een van de gaatjes op de andere arm van de balanshendel verplaatsen .
Pas de volgende procedure toe om de veer naar andere gaatjes te verplaatsen:
4 – Nederlands
Type kabel
3 x 1,5 mm
2
2 x 0,5 mm
2
2 cavi 2 x 0,25 mm
(opmerking 3)
2
2 x 0,25 mm
2
2 x 0,25 mm
2
2 x 0,5 mm
2
Afgeschermd type RG58
2 x 0,5 mm
2
–
1 x 1,5 mm
gedraaid (opmerking 5)
2
3 x 0,5 mm
2
.
2
01. Demonteer de bovenste bekleding van de slagboomopener (afb. 4) .
02. Draai de 2 bevestigingsschroeven van de deur van de kast los (afb. 5) .
03. – (M3BAR - M5BAR - M7BAR) Draai de moer rechtsom, zie afb. 6 (stap a); draai
vervolgens de veer met de hand rechtsom om de spanning ervan te verwijderen
(afb. 6 - stap b) .
– (LBAR) Draai de moer rechtsom, zie afb. 7 (stap a) om de spanning van de
veer te verwijderen .
04. Draai de moer los waarmee de veer aan de balanshendel is bevestigd (M3BAR
- M5BAR - M7BAR): afb. 6 - stap c; LBAR: afb. 7 - stap b) .
05. – (M3BAR - M5BAR) Haak aan de voet van de slagboomopener de beugel die
de veer aan de geperforeerde plaat bevestigt los (afb. 6 - stap d) .
– (M3BAR - M5BAR) Haak de beugel die de veer aan de geperforeerde plaat
bevestigt aan de voet van de slagboomopener los (afb. 7 - stap d) .
06. Als u wilt dat de sluitbeweging van de slagboom rechts van de slagboomopener
wordt verricht, ontgrendel de reductiemotor (afb. 8 - zie tevens paragraaf 3 .6)
en laat de balanshendel 90° draaien (afb. 9) .
07. Zoek in de Tabel 4de nieuwe gaatjes voor de bevestiging van de veer .
08. – (M3BAR - M5BAR) Haak de beugel van de veer aan de geperforeerde plaat
(afb. 10 - stap a); bevestig vervolgens het oogje van de veer aan de balanshen-
del en draai de moer (afb. 10 - stap b) helemaal aan
– (M7BAR - LBAR) Bevestig het bovenste oogje van de veer aan de balans-
hendel en draai de moer (afb. 11 - stap a) helemaal aan; bevestig het onderste
oogje van de veer aan de geperforeerde plaat onderaan de slagboomopener en
draai de moer (afb. 11 - stap b) helemaal aan .
09. Vergrendel de reductiemotor als u deze in stap 6 heeft ontgrendeld (afb. 12), zie
paragraaf 3 .6 .
3.4 - Montage van de slagboombarrière
3.4.1 - Als er een bestaand installatie-oppervlak aanwezig is
01. Open de kast van de slagboombarrière (afb. 13);
02. Plaats de slagboombarrière op het installatie-oppervlak en teken de pun-
ten af waar de sleuven zullen worden bevestigd (afb. 14);
03. Verplaats de slagboombarrière en boor gaten op de afgetekende punten;
installeer vervolgens 4 expansieverankeringen, deze worden niet bijgele-
verd (afb. 15);
04. Plaats de slagboombarrière in de juiste positie en zet deze vast met de hier-
voor bestemde moeren en ringen, deze worden niet bijgeleverd (afb. 16) .
3.4.2 - Als er geen bestaand installatie-oppervlak aanwezig is
01. Graaf een gat (*) voor de funderingsplaat;
02. Leg de goten voor het doorvoeren van de elektriciteitskabels (afb. 17);
03. Bevestig de 4 ankers op de funderingsplaat en plaats op elk ervan een
moer aan de bovenkant en een moer aan de onderkant van de plaat (afb.
Belastingindex
M3BAR
M5BAR
M7BAR
20
15
––
15
10
15
0
0
10
15
10
15
10
10
15
––
10
10
10
10
10
10
10
10
5
5
5
10
10
10
5
5
5
––
5
5
5
5
5
Maximaal toegestane lengte
30 m (opmerking 1)
20 m (opmerking 2)
30 m
30 m
30 m
30 m
15 m (aanbevolen lengte minder dan 5 m)
30 m
–
20 m gedraaid (opmerking 5)
20 m
2
) en is het noodzakelijk in
LBAR
––
15
10
15
15
10
10
10
5
10
5
5
5
2
) .